18704 |
jasje van het mantelpak |
jasje:
jeske (Q028p Jabeek)
|
jasje van het mantelpak [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18326 |
jasschort |
jassenscholk:
jassesjollek (Q028p Jabeek)
|
schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)]
III-1-3
|
24338 |
jong van een dier |
jong:
jŏenk (Q028p Jabeek),
juŋk (Q028p Jabeek),
klein:
klęnt (Q028p Jabeek)
|
[R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)]
I-11, III-4-2
|
34314 |
jong varken |
bagje:
bɛkskǝ (Q028p Jabeek)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|
34551 |
jonge gans |
gansje:
gęi̯skǝ (Q028p Jabeek)
|
De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.]
I-12
|
20159 |
jongen |
jong:
joŋ (Q028p Jabeek)
|
jongen [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
liefste:
də lēfstə (Q028p Jabeek)
|
Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
33341 |
jongste knecht, manusje van alles |
hoddelsjong:
hoddelsjong (Q028p Jabeek)
|
Hulpje op de boerderij. In dit lemma is alleen datgene opgenomen wat nog niet in de lemma''s "knecht, algemeen" (1.3.12) of "koehoeder" (1.3.14) is behandeld. Vaak echter wordt de koejongen ook voor allerlei kleinere karweitjes op en om de boerderij ingezet. Onder klooier wordt een varkenshoeder verstaan. Een aanspender (afgeleid van ''aanspannen'') is een beginneling, die pas van school komt. Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1c; monogr.]
I-6
|
18707 |
jumper |
jumper:
jumper (Q028p Jabeek)
|
jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18192 |
jurk |
kleed:
kleed (Q028p Jabeek)
|
jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)]
III-1-3
|