25217 |
luchtx |
lucht:
Algemene opmerking: lijst niet omgespeld!
loch (Q028p Jabeek)
|
lucht [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
21346 |
lui (lieden) |
lui:
lu (Q028p Jabeek)
|
lui/lieden; de - zijn vandaag allemaal buiten op het land aan het maaien [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
20478 |
luier |
windel:
winjel (Q028p Jabeek)
|
luier [winjel, luur, kindsdoek, pisdoek, huik] [N 25 (1964)]
III-2-2
|
18640 |
luifel? [idem?] |
kant:
kànjt (Q028p Jabeek)
|
luifel: fijngeplooide voorhoofdsluifeltje van de grote witte muts {afb} [plojje, kentje] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20566 |
lurken |
lurken:
lurkə (Q028p Jabeek)
|
lurken; Hoe noemt U: Hoorbaar zuigen aan een pijp (lurken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
32884 |
maaibalk |
maaibalk:
mīǝbalǝk (Q028p Jabeek)
|
De lange arm aan de maaimachine, voorzien van naar voren stekende driehoekige messen. Zie afbeelding 6, nummer 1. [N J, 1b; monogr.]
I-3
|
31868 |
maaien |
maaien:
mīǝ (Q028p Jabeek),
mɛi̯ǝ (Q028p Jabeek)
|
Vóór het verschijnen van de maaimachines werd het gras in het algemeen met de zeis gemaaid; de lemma''s van deze paragraaf hebben dan ook alleen op het maaien met de zeis betrekking. Aan het slot van de paragraaf over de zeis komt de grasmaaimachine zelf nog ter sprake. Hieronder zijn opgenomen de algemene benamingen voor het maaien: het afsnijden van het gras, het koren of een ander gewas met de zeis. In dit lemma en in de klankkaart wordt het woord maaien zèlf gedocumenteerd; in het volgende lemma, ''gras (af)maaien'', worden dan de specifieke of afwijkende woorden en woordvormen met betrekking tot het gras opgenomen. Zo zullen in de aflevering over de Akkerbouw de specifieke woorden voor het maaien van het graan en de andere gewassen worden gegeven. In de klankkaart is de klankkleur en de lengte van de klinker aangegeven; korte klinkers hebben een toevoeging aan het symbool. De aan- en afwezigheid van de j-klank is niet in kaart gebracht, maar uit de varianten in het lemma zelf af te lezen; per aangegeven klankkleur staan steeds de varianten met j-klank vooraan. Wanneer er meer dan één variant voor een plaats was opgegeven, is bij voorkeur het materiaal van de mondelinge enquêtes in kaart gebracht.' [N 11, add.; N 14, 86 add.; N 18, 67 add.; JG 1a, 1b; A 2, 70; A 3, 38, 40d; A 23, 16; L A2, 325, 483; L 4, 38; L 35, 85; L 39, 41; R 1; RND 122; S 22 add.; Wi 40; Lu 2, 34 II; monogr.]
I-3
|
20593 |
maaltijd in de voormiddag |
tienurenskoffie, de -:
tiënoereskoffie (Q028p Jabeek)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 9 tot 10 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
29810 |
machinale steen |
geperste steen:
gǝpɛrš˱dǝ štēn (Q028p Jabeek)
|
Machinaal gevormde baksteen. [N 30, 54f]
II-8
|
25552 |
machine om roggebrooddeeg te maken |
kneemachine:
knē̜mǝšīn (Q028p Jabeek)
|
Vergelijk het lemma ''mengmachine voor deeg''. [N 29, 104]
II-1
|