e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Jesseren

Overzicht

Gevonden: 1089
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pap (kropmelk) pap: pap (Jesseren) Hoe heet verder: de pap of kropmelk waarmee de jongen eerst gevoed worden? [N 93 (1983)] III-3-2
paren van de duiven paren: pōͅrə (Jesseren), steken: stĕĕke (Jesseren) Hoe heet verder: paren? [N 93 (1983)] || Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
pas kunnen vliegen nog niet van het dak af zijn: nog nie van ’t daok aof gewĕĕs (Jesseren) Hoe zegt men van zon jong: het kan pas vliegen? [N 93 (1983)] III-3-2
pasgeboren kalf kwak kalf: kwak [kalf] (Jesseren) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
penis van de stier durenpink: dȳrǝpe.ŋk (Jesseren) Mannelijk geslachtsorgaan. [JG 1a, 1b] I-11
perenstroop perenstroop: pijrǝstrǭwp (Jesseren) Stroop, gemaakt van peren. [N 57, 34b; N 57A, 6; monogr.] II-2
pers pers: pās (Jesseren) De pers met schroefdraad die door middel van een hefboom wordt aangedreven. Zie afb. 18. Uit de opmerkingen van de invullers uit Q 247a en Q 249 blijkt dat het hier een ouder model betrof dat nog van hout was vervaardigd. Persen uit later tijd waren van metaal en voorzien van tandraderen voor de aandrijving. [N 57, 12a; monogr.] II-2
persbalk persblok: pāsblok (Jesseren) Het verticaal beweegbare, zware blok dat op het deksel van de perskuip gedrukt wordt. [N 57, 12h] II-2
persblok persblok: pāsblok (Jesseren) De blok of blokken hout die tussen de persbalk en het deksel van de perskuip als opvulling worden gelegd. [N 57, 13b] II-2
persdoek persdoek: pāsduk (Jesseren) Het doek dat tussen de verschillende lagen vruchtenpulp in de perskuip wordt gelegd. [N 57, 14c] II-2