e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Jesseren

Overzicht

Gevonden: 1089
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rug rugstrang: rø̜kstrā.ŋk (Jesseren) Zie afbeelding 2.29. [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9
rug van het blad van de zeis rug: rø̜k (Jesseren) De opstaande stevige rand aan de buitenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 5. [N 18, 68e; JG 1a, 1b] I-3
rugriem rugriem: rø̜krī.m (Jesseren) Riem die een paard dat niet tussen berries is ingespannen op de rug draagt om de strengen op te houden. De rugriem wordt ook gebruikt bij het voorste van twee ingespannen paarden. [JG 1b, 1c, 1d; N 13, 69] I-10
rugstuk rugstuk: rugstuk  røͅkstøͅkə (Jesseren) karbonaden [Goossens 1b (1960)] III-2-3
ruien ruizelen: ruizelen (Jesseren) Hoe heet het volledig vernieuwen van het vederkleed? [N 93 (1983)] III-3-2
ruin ruin: rø̜i̯n (Jesseren) Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.] I-9
ruitijd ruizeltijd: ruizeltijd (Jesseren) Hoe heet de tijd waarin de duiven verpluimen? [N 93 (1983)] III-3-2
runderhorzellarve madenknoop: moͅi̯knyp (Jesseren) worm vdit laatste insect [Goossens 1b (1960)] III-4-2
rundvee koebeesten: kǫu̯i̯besǝ (Jesseren) Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
samentrekken van de vleugels steken: staoke (Jesseren) Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: het samentrekken van de vleugels bij het vallen? [N 93 (1983)] III-3-2