e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gesneden mannelijk varken berg: bɛrx (Jeuk), bɛrǝx (Jeuk) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesp gesp: gesp (Jeuk), gøsp (Jeuk), gɛsp (Jeuk), Uitspraak: doffe /e/.  gesp (Jeuk) De gesp op bepaalde damesschoenen en sportieve modellen. [N 60, 33] || De gesp op bepaalde damesschoenen en sportieve modellen? [N 60 (1973)] || Gesloten, vaak min of meer vierkant beugeltje, gewoonlijk met een al of niet aan een afzonderlijke spil zittende tong, aan het ene einde van een riem enz. bevestigd en waardoor het andere einde gestoken wordt, dat dan door de tong in de ring vastgehouden wordt (Van Dale, pag. 903). [N 62, 53; MW; monogr.] || Hoe noemt U een gesp? [N 62 (1973)] II-10, II-7, III-1-3
gestichte mis gestichte mis: gestichte mès (Jeuk) Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)] III-3-3
getalzijde van een geldstuk munt: munt (Jeuk), Antwoord onderlijnd bij de suggesties.  munt (Jeuk) de getalzijde van een geldstuk [letter, oppers, munt] [N 112 (2006)] || De getalzijde van een geldstuk [letter, oppers, munt]. [N 88 (1982)] III-3-2
getande spalter getande spalter: gǝtāntǝ spātǝr (Jeuk) Spalter waarvan het haar in afzonderlijke bundeltjes is verdeeld. De getande spalter wordt gebruikt bij het schilderen van de vezels van hout. Zie ook afb. 93b en de lemmata 'Spalter' en 'Draadtrekker'. [N 67, 36b] II-9
getob; tobben gemartel: ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel  gemattel (Jeuk), gesukkel: gesuggel (Jeuk), ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel  gesukkel (Jeuk) gemartel [ZND 01 (1922)] || het getob om iets gedaan te krijgen [gevil, vilderij, plagerij, gesukkel] [N 85 (1981)] III-1-4
getralied schutsel? loge (fr.): loche (Jeuk) het getralied schutsel dat diverse hokjes afscheidt? [N 93 (1983)] III-3-2
getrouwde vrouw getrouwd vrouwmens: gətráát frówməs (Jeuk) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuige bruidsjong: braadsjon (Jeuk), getuige: de getuige (Jeuk), getuige (Jeuk) de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)] || getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 115 (2003)] || iemand die voor de rechter een verklaring aflegt over te bewijzen feiten [toon, getuige] [N 90 (1982)] III-2-2, III-3-1
getuige zijn getuigen: getūige (Jeuk) getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)] III-2-2