e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gilde gilde: gilde (Jeuk) Een gilde. [ZND 35 (1941)] III-3-2
gildeknecht knaap: knaap (Jeuk), Antwoord onderlijnd bij de suggesties.  knaap (Jeuk) de knecht van een gilde [knaap] [N 112 (2006)] || De knecht van een gilde [knaap]. [N 88 (1982)] III-3-2
gispen, geselen gispen: gespe (Jeuk), kletsen: kletse (Jeuk) Met een tak of zweep slaan (smikken, geselen, klatsen) [N 108 (2001)] || slaan, Met een tak of zweep ~ (gipsen). [N 84 (1981)] III-1-2
git zwarte kraaltjes: zwatǝ krø̄lkǝs (Jeuk) Sieraad. Zwarte kraaltjes of glazige steentjes in verschillende vormen. [N 62, 60a; MW] II-7
glaceren lazuren: lazȳrǝ (Jeuk) Bij hout- en marmerschilderen het aanbrengen van een dunne, doorschijnende verflaag die vervolgens met speciale kwasten wordt behandeld. Het lazuren (L 163, P 219) wordt gedaan met lazuurverf, een verf die het onderliggend materiaal laat doorschemeren. [N 67, 84a] II-9
glad, glijdend glits: glits (Jeuk, ... ) glad [ZND 01 (1922)], [ZND 24 (1937)] III-4-4
gladiool gladiool: gladioowl (Jeuk) Gewone zwaardlelie (gladiolus communis). Hoge plant (bijna 1 m), de bladeren zijn zwaardvormig en spits gevormd. De bloemen naar één kant, de kleur is rood of wit, met allerlei tussenkleuren; de bloembuis is gebogen (gladiool, harnaswortel, 12 apostelen, [N 92 (1982)] III-2-1
glansverf blinkende verf: bleŋkǝndǝ vɛrǝf (Jeuk) Verf die na droging een glanzend oppervlak vertoont. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 19b; monogr.] II-9
glas snijden glas snijden: glawǝs snēǝ (Jeuk) Glas op maat snijden met behulp van een glassnijder. Zie ook het lemma 'Glassnijder'. [N 67, 90b] II-9
glas-in-loodraam loodvenster: loewdvinster (Jeuk) Een glas-in-loodraam. [N 96A (1989)] III-3-3