| 20024 |
kaaps viooltje |
flottertje:
flötterke (P219p Jeuk),
maarts viooltje:
maarts viooltje (P219p Jeuk)
|
Kaapsviooltje (saintpaulia). Kas en kamerplant met violette of roze bloemen (violettekesplant, kaaps viooltje, poliake). [N 92 (1982)]
III-2-1
|
| 24676 |
kaardenbol |
volderskruid:
volderskruid (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk),
wijwaterborstel:
wijwaterborstel (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
[N 92 (1982)]Weverskaarde (dipsacus fullonum 120 tot 150 cm groot. De plant heeft een krans van lange, rechtopstaande schutbladeren. De schutblaadjes steken uit boven het purperen blad en eindigen in buigzame of stijve stekels. Vroeger in Limburg gekweekt en daar we [N 92 (1982)]
I-7, III-4-3
|
| 19791 |
kaars |
kaars:
kas (P219p Jeuk)
|
kaars [RND]
III-2-1
|
| 23406 |
kaarsenbak |
kaarsenstaander:
kassesestouwnder (P219p Jeuk)
|
De houder, waarin brandende kaarsen gezet kunnen worden, meestal voor een heiligenbeeld [kaarsenbak?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 19422 |
kaarsendomper |
domper:
doemper (P219p Jeuk),
kaarsensnuiter:
kasəsnōͅtər (P219p Jeuk),
kaarsenstek:
kasəsteͅk (P219p Jeuk)
|
kaarsendomper, d.i. het metalen horentje waarmee de kaars uitgedoofd werd? [ZND 36 (1941)] || Kapje met een steel om een kaarsvlam te doven (dover, domper, domphoorn) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 23596 |
kaarsendover |
domper:
domper (P219p Jeuk),
doofhoedje:
doefhudje (P219p Jeuk)
|
De kaarsenaansteker en -dover: een lange stok voorzien van een hoorntje om kaarsen te doven, en een aangehechte wasdraad om kaarsen aan te steken [domper, doofhoedje, kaarsenhoorntje, kaarsenaansteker?] . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23598 |
kaarsenpit |
wiek:
wiek (P219p Jeuk)
|
De katoenen draad in het midden van een kaars [pit, wiek, lemmet?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 22392 |
kaart met prentje |
beeldje:
billeke (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
een kaart met een prentje erop [beeld, pop, prentje] [N 112 (2006)] || Een kaart met een prentje erop [beeld, pop, prentje]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 22505 |
kaarten (ww.) |
kaartspelen:
koͅ:t speilə (P219p Jeuk)
|
kaarten [RND]
III-3-2
|
| 22395 |
kaarten bijnemen |
rapen:
rāāpe (P219p Jeuk),
vreten:
fretten (P219p Jeuk)
|
kaarten bijnemen [rafelen, fretten] [N 112 (2006)] || Kaarten bijnemen [rafelen, fretten]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|