e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kern van een pit kern: keijn (Jeuk, ... ) Het binnenste van zaad of pit (kern, kerning, kerel, karring). [N 82 (1981)] I-7
kernhout hart: hart  hat (Jeuk) Het binnenste van een boom zonder levend weefsel, donker van kleur (kern, kernhout). [N 82 (1981)] III-4-3
kerstavond kerstavond: kestoved (Jeuk) 24 december, de dag voor Kerstmis [Kerstavond, krisaovend, keersaovend]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstbeelden kerstbeeldjes: kəsbillekes (Jeuk) De beeldengroep van de kerststal, de kerstbeelden. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstboom kerstboom: kəsbōēm (Jeuk) Een kerstboom [krisboom]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstkribbe kerstkribbe: kəskribbeke (Jeuk) Een kerstkribbe [et kribche]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstlied kerstliedje: kɛslikə (Jeuk) Een lied dat in de kersttijd veel gezonden wordt [leis, kerstliedje]. [N 90 (1982)] III-3-2
kerstliederen zingen kerstliedjes zingen: kɛslikəs zɛŋə (Jeuk) Kerstliederen zingen [leisen]. [N 90 (1982)] III-3-2
kerstmis kerstmis: Kesmes (Jeuk), kessemes (Jeuk), kesseməs (Jeuk) Kerstmis [Krismes, Kriësmes, Keersemes, Korsmes]. [N 96C (1989)] || Kerstmis. [ZND 42 (1943)] III-3-3
kerstnacht kerstnacht: kesnach (Jeuk) De nacht van 24 op 25 december waarin Christus geboorte herdacht wordt, kerstnacht [krisnach]. [N 96C (1989)] III-3-3