e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
letterzetter penseel voor letters: pɛnsīl vør lętǝrs (Jeuk) Penseel waarvan de haarbundel spits toeloopt. Het wordt gebruikt bij het schilderen van naamborden, opschriften etc. [N 67, 42b] II-9
leugen leugen: da es en löge (Jeuk), das en leuge (Jeuk), leuge (Jeuk) Dat is een leugen. [ZND 37 (1941)] || een bewust uitgesproken onwaarheid [foet, lieg, leugen] [N 85 (1981)] III-3-1
leunstoel zetel: zeejtel (Jeuk), zejetel (Jeuk), zetel (Jeuk), zēətəl (Jeuk, ... ) een leuningstoel [ZND 30 (1939)] || Een leunstoel met een hoge brede rug, waaraan soms zijstukken zijn aangebracht (zorg, zorgstoel, zetel) [N 79 (1979)] || leuningstoel [ZND 01 (1922)] III-2-1
leurder leurder: leurder (Jeuk) een venter (die van deur tot deur waren verkoopt) [ZND 28 (1938)] III-3-1
leven leven: znd 34, 82a;  leeve (Jeuk) leven; op het einde van zijn leven [ZND 34 (1940)] III-2-2
leven (zn) leven: leeve (Jeuk, ... ) leven; in de fleur van zijn leven [ZND 35 (1941)] || leven; op het einde van zijn leven [ZND 34] III-2-2
leverbotziekte, distomatose wrat: vrot (Jeuk) Leverbotziekte, veroorzaakt door een platworm die leeft in de galgangen van de lever, vooral van runderen en schapen. [N 52, 31; N 19, 69; N 77, 64; A 48, 46; A 32, 15b] I-12
leverpastei pat: pa’teͅi (Jeuk) leverpastei [Goossens 1b (1960)] III-2-3
leverworst leverworst: lēverwoͅs (Jeuk) leverworst [Goossens 1b (1960)] III-2-3
libel en waterjuffer kleermaker: kliermeker (Jeuk) waterjuffer, libel [ZND 34 (1940)] III-4-2