e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melkboer melkboer: milgbuur (Jeuk) melkboer [RND] III-3-1
melkdistel dauwdistel: douwdistel (Jeuk, ... ) [ZND 01 a-m (1922)]melkdistel [ZND 01 (1922)] || Melkdistel (sochus oleraceus 20 tot 100 cm groot. De bladeren zijn meestal ingesneden en de stengel omvattend, zacht stekelig getand, dofgroen van kleur. De bloemhoofdjes zijn klein, de bloemen zijn lichtgeel. Bloeitijd van juni tot oktober (zijdistel, [N 92 (1982)] || Zachte melkdistel (voor konijnen) [ZND 23 (1937)] I-7, III-4-3
melken melken: mɛlkǝ (Jeuk), mɛlǝkǝ (Jeuk) Melk uit de uiers van de koe drukken. Zie afbeelding 9. [L 38, 44; JG 1a, 1b; Wi 26; Vld.; monogr.] I-11
melkgebit melktanden: męlǝktān (Jeuk), veulenstanden: vø̜i̯lǝstān (Jeuk) Tot twee en een half à drie jaar hebben de paarden een melkgebit of veulenstanden. De twee middelste snijtanden komen door in de eerste levensweek van het veulen (soms zijn ze bij de geboorte al aanwezig), binnen een maand of zes weken gevolgd door de snijtanden ernaast. De twee laatste snijtanden volgen tussen de zes en negen maanden, waarna het melkgebit compleet is. De veulenstanden zijn wit van kleur in tegenstelling tot het wat gelige vast gebit en lopen naar de basis toe in een punt uit. [JG 1a, 1b; N 8, 18a] I-9
melkschaap melkschaap: mɛlǝkskōp (Jeuk) Schaap van een ras dat vooral goed is voor de melk. [N 77, 1f; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
melktanden bijtertjes: bijtertjes (Jeuk) Melktanden (zuigtanden, memmentanden, bijtertjes) [N 109 (2001)] III-1-1
meloen meloen: meloen (Jeuk, ... ) Een meloen, de komkommerachtige oranjekleurige of groene, sappige, smakelijke vrucht (meloen, kanteloep). [N 82 (1981)] I-7
menen menen: mene (Jeuk) van mening zijn [peinzen, menen] [N 85 (1981)] III-3-1
merel malloo: maloo (Jeuk, ... ), melon (Jeuk), melou (Jeuk) merel [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)] III-4-1
merg merg: merg (Jeuk, ... ) het merg (in de beenderen) [ZND 31 (1939)] III-1-1