| 21747 |
plunderen |
plunderen:
plunderen (P219p Jeuk)
|
als buit meenemen [pluimen, plunderen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 24991 |
poeder, pulver |
poeder:
poejer (P219p Jeuk)
|
tot fijn gruis of zeer fijne koreltjes gemaakte vaste stof [peder, pulver, poeder, stof] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 31211 |
poelie |
poelie:
poli (P219p Jeuk)
|
Wiel dat voorzien is van flensranden of van een groef en dat gebruikt wordt om er een drijfriem of een ketting over te laten lopen. Zie ook afb. 76 in Wld ii.3 (pag. 104) en het lemma "drijfriem". [N 33, 258; monogr.]
II-11
|
| 19425 |
poetsen, schoonmaken |
schoonmaken:
schoenmaken (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk),
(de a uitgesproken als doffe ou).
skoenmaken (P219p Jeuk)
|
Rein, schoon, als gevolg van het poetsen (schoon, proper) [N 79 (1979)] || Reinigen, poetsen, (poetsen, kuisen, schoonmaken) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 19468 |
poetsmiddel |
sidol:
sedol (P219p Jeuk),
sidol (P219p Jeuk)
|
Zacht schuurmiddel voor b.v. zilver of koper (kuis, poets, potlood) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 18420 |
pofmouw |
pofmouw:
poefmaa (P219p Jeuk),
pufmā (P219p Jeuk)
|
Mouw met een bolstaande plooi. [N 62, 34b; MW; monogr.] || Welke soorten mouwen kent U (pofmouw, puntmouw etc.?). Beschrijf hoe deze er uit zien [N 62 (1973)]
II-7, III-1-3
|
| 18052 |
pokdalig |
pokdalig:
pokdalig (P219p Jeuk),
pokkig:
pokkig (P219p Jeuk)
|
pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig). [N 84 (1981)] || pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig, pokkelig). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
| 19418 |
poken |
keuteren:
keutere (P219p Jeuk),
kuijteren (P219p Jeuk),
kuiteren (P219p Jeuk)
|
in de kachel poken [ZND 40 (1942)] || Met een pook in de kachel of het vuur porren (poken, peuteren, rakelen, koteren) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 22048 |
pokken |
pokken:
pokken (op de bek, ogen en kop) (P219p Jeuk)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: pokken, gezwellen op de huid, vooral de kop? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21569 |
politie |
policen (<fr.):
de pəlisse həje həm aangeha (P219p Jeuk),
politie (< lat.):
de politie heet hem aangehaa (P219p Jeuk)
|
De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)]
III-3-1
|