e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rechtspreken rechten: rechten (Jeuk) rechtspreken [rechten] [N 90 (1982)] III-3-1
rechtstaande oren flaporen: flapoere (Jeuk) Rechtstaande oren (fik(s)oren, ezelsoren, (f)laporen, spitsoren). [N 109 (2001)] III-1-1
rechtvaardig rechtvaardig: rechtveejdig (Jeuk) handelend naar recht en billijkheid, rechtvaardig [gerecht, gerechtig] [N 85 (1981)] III-1-4
rector rector (lat.): recter (Jeuk) Een rector, de geestelijk leider van een klooster of gesticht. [N 96D (1989)] III-3-3
reeks, rij resem: resem (Jeuk) een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)] III-4-4
reformladder lange leer: laŋ līr (Jeuk) Ladder uit twee delen die gebruikt kan worden als schuifladder en als dubbele ladder. [N 67, 63c] II-9
refrein refrein: refrein (Jeuk) Een refrein (het steeds terugkerende gedeelte van een lied). [ZND 41 (1943)] III-3-2
regenpijp buis: bø̜js (Jeuk) De buis die het regenwater vanuit de dakgoot naar beneden voert. [N 64, 149a; L 24, 23b; L 24, 38; L B1, 160b; monogr.; Vld.] II-9
reiken naar pakken naar: heej pakt do heene (Jeuk) Reiken, met de handen naar iets reiken (naar iets pakken, grijpen). [N 109 (2001)] III-1-2
reinigen (van de hokken) schoonmaken: skoenmauke (Jeuk) Hoe zegt men: het reinigen van de hokken? [N 93 (1983)] III-3-2