e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ursuline ursuline: ursulien (Jeuk) Een Ursulin [Ursulien]. [N 96D (1989)] III-3-3
vaandel drapeau (fr.): drapeau (Jeuk, ... ) de aan de stok gedragen doek met de kleuren of emblemen van een vereniging of gilde [vaandel, vendel, vaan] [N 112 (2006)] || De aan de stok gedragen doek met de kleuren of emblemen van een vereniging of gilde [vaandel, vendel, vaan]. [N 88 (1982)] III-3-2
vaandeldrager drapeaudrager: drapeaudrager (Jeuk) Degene die het vaandel draagt in een schutterij, gilde [vaandrig, venderik, afferis, vendelzwaaier]. [N 88 (1982)] III-3-2
vaars vaars: vɛ̄ǝs (Jeuk) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vaatje, maat van 250 liter vat: vat van 250 liter (Jeuk) de maat die een inhoud aangeeft van 250 liter [kwartje, meuken, okshoofd, vaatje] [N 91 (1982)] III-4-4
vadem, maat van uitgestrekte armen reik: rek (Jeuk) de maat die de afstand aangeeft tussen de rechter en de linkerhand bij zijdelings uitgestrekte armen (± 1,7m-1,9m) [rek, vadem, vaam] [N 91 (1982)] III-4-4
vademen indoen: endun (Jeuk), rijgen: ręjgǝ (Jeuk) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vagebond vagebond: vagebond (Jeuk) een persoon zonder vaste woonplaats en zonder middelen van bestaan, vaak met een slecht gedrag [vagebond, kreugekruier, skoefel] [N 85 (1981)] III-1-4
vagevuur vagevuur: vaugevuur (Jeuk) Het vagevuur [vèègvuur, veëjevuur]. [N 96D (1989)] III-3-3
vagina, geslachtsorgaan van de merrie brod: brǫt (Jeuk) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9