e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
van zijn plaats rollen aflopen: afgeloepe (Jeuk), omvallen: (umvalle) (Jeuk) van zijn plaats rollen, gezegd van een tol die uitgedraaid is [binnen, birzen, bizzen, brienen] [N 112 (2006)] || Van zijn plaats rollen, gezegd van een tol die uitgedraaid is [binnen, birzen, bizzen, brienen]. [N 88 (1982)] III-3-2
vanger bij krijgertje spelen kat: kat (Jeuk), pakker: pakker (Jeuk) de persoon die vangt bij het krijgertje spelen [pakker, seseur] [N 112 (2006)] || De persoon die vangt bij het krijgertje spelen [pakker, seseur]. [N 88 (1982)] III-3-2
vangijzertje, vangklep aan duiventil clapet (fr.): klampetten (Jeuk) Hoe heet een van de daarbij scharnierende draden? [N 93 (1983)] III-3-2
vanzelfsprekend natuurlijk: da es naturlek (Jeuk), da es natuurlek (Jeuk), natuurlek (Jeuk) Dat is natuurlijk. [ZND 37 (1941)] || vanzelfsprekend, natuurlijk [ralik] [N 85 (1981)] III-1-4
varen (alg.) kammetjes: kèmmekes (Jeuk), varen: vare (Jeuk) Varen, een exemplaar van de klasse van overblijvende sporendragende planten (varen, varink, portemonnaie, paddevaal, vaar, foezjéér, vlaander, hanekam) [N 92 (1982)] III-4-3
varken varken: vęrǝkǝ (Jeuk), vɛrǝkǝ (Jeuk) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
varken met een doorgezakte rug zoubuik: zǫu̯buk (Jeuk) [N 76, 19] I-12
varken met een te hoge rug bult: bult (Jeuk) [N 76, 18] I-12
varken met hangende oren landvarken: lā.ntvē̜rǝkǝ (Jeuk) Varken van het ras dat hangende oren heeft. [N 76, 1a] I-12
varken met staande oren york: jørɛk (Jeuk) Varken van het ras dat staande oren heeft. [N 76, 1b] I-12