e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkwisten resoluut zijn: resoluut zijn (Jeuk, ... ) graag kopend, kooplustig [greeg, koopachtig] [N 89 (1982)] || op overdadige en lichtzinnige wijze besteden [dolboteren, vermokken, vertoelibassen, verkwisten] [N 89 (1982)] III-3-1
verlegen (zijn) verlegen: verlegen (Jeuk) niet flink of zelfbewust zijn, zich niet goed durven uiten in het bijzijn van anderen [teutelen, verlegen zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
verlengstuk verlengstuk: vǝrlęŋstøk (Jeuk) Een stuk ijzer dat aan een werkstuk wordt vastgezet om dit laatste bij het smeden gemakkelijker te kunnen hanteren. Doorgaans gebruikt men echter een smeedtang. [N 33, 309] II-11
vermaak amusement: amusement (Jeuk), plezier: plezier (Jeuk) een handeling waardoor men plezier beleeft [vermaak, amusement] [N 85 (1981)] III-1-4
vermengen mengelen: mengele (Jeuk) in elkaar vermengen [warzen] [N 91 (1982)] III-4-4
vermoeden vermoeden: vermoeden (Jeuk) het menen dat iets waarschijnlijk is, het veronderstellen dat iets zo is [vermoeden, bronsel] [N 85 (1981)] III-1-4
vernis vernis: fǝrnes (Jeuk) Bij kamertemperatuur vloeibare massa, die in dunne lagen over voorwerpen wordt gestreken en daarop een doorschijnende, tegen de invloed van lucht en water beschermende bedekking vormt. Vernis bestaat uit een oplossing van harsen in lijn- of terpentijnolie of andere oplosmiddelen. [N 67, 21a; monogr.] II-9
vernissen vernissen: vǝrnesǝ (Jeuk) Met vernis bestrijken. Een dunne laag uitgestreken vernis droogt op tot een glanzende, doorschijnende laag. Vernis kan zowel gebruikt worden als bescherming voor onderliggende verflagen als ter verfraaiing. [N 67, 66b; monogr.] II-9
vernomen verhaal van horen vertellen: van hure vertelle (Jeuk) een vernomen verhaal [meul] [N 87 (1981)] III-3-1
verplichte feestdag hoogdag: hōēgdag (Jeuk) Een geboden, verplichte feestdag [festerandach]. [N 96C (1989)] III-3-3