e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlier heulenteer: vlierstruik (sambuccus nigra)  heullenteer (Jeuk, ... ) vlier [N 92 (1982)] || vlierstruik [N 92 (1982)] III-4-3
vliering bovenzolder: bouvezolder (Jeuk) Verdieping boven een zolder, onder de pannen, meestal gebruikt als opslagruimte (vliering, scheerzolder, bovenzolder, hanezolder) [N 79 (1979)] III-2-1
vlies in een vrucht velletje: velleke (Jeuk, ... ) Het vliesje tussen vruchtvlees en pit bij een appel (blees, vlim). [N 82 (1981)] I-7
vlijns, geelbruine aarde leemgrond: (komt hier niet voor).  leemgrond (Jeuk) geelbruine aarde tussen bruine grond en leem in [vlijns, vlijst] [N 81 (1980)] III-4-4
vlijtig liesje vlijtig liesje: vlijtig liesje (Jeuk) Sultansbalsemien (Impatiens walleriana Hook.). De bovenste bladeren meest tegenoverstaand. De stengel is niet zeer fors en hoogstens 1 m hoog. De bloemen zijn rood of wit, tamelijk vlak, met zeer lange en dunne, gebogen spoor (vlijtig liesje, nooitrust). [N 92 (1982)] III-2-1
vlinder pepel: pi.əpəl (Jeuk) vlinder, pepel [RND] III-4-2
vloed, hoogtij vloed: vlud (Jeuk) vloed, wassen van het water van de zee en de toestand van hoog water [bovenwater, hoog tij] [N 81 (1980)] III-4-4
vloeibaar varkensvoer nat eten: nǭt ētǝ (Jeuk) [N 76, 38; N 76, 39; monogr.] I-12
vloeibare ontlasting zeik: zēi̯k (Jeuk) [N 76, 36; A 9, 24d] I-12
vloek vloek: vloek (Jeuk), vloeke (Jeuk) een uitdrukking die een verwensing, vooral een godslastering behelst [vloek, kneerp] [N 85 (1981)] || een vloek [hiemmeltsakker] [N 96D (1989)] III-3-1