e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voeren voederen: voejere (Jeuk), voeren: vujǝrǝ (Jeuk) de jongen voeden, gezegd van vogels (azen, aanazen, ekeren) [N 83 (1981)] || Het aanbrengen van voering. [N 62, 18b; Gi 1.IV, 28; MW] II-7, III-4-1
voering, voeringstof voering: vujreŋ (Jeuk), vujǝreŋk (Jeuk) Stof waarmee kledingstukken van binnen bekleed worden. [N 62, 18a; N 62, 84; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 29; MW; S 41; monogr.] II-7
voerman voerman: vȳrman (Jeuk) Persoon die een ingespannen paard bestuurt of ment. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
voerschep scheppan: sxø̜ppan (Jeuk) Schep zonder steel om voer uit de koe- of varkensketel te scheppen. [N 18, 9a en 132; JG 1a, 1b] I-11
voertuig voiture (fr.): voiture (Jeuk) de algemene naam voor een constructie op wielen die geduwd of getrokken wordt of door een motor voortbewogen wordt en die bedoeld is om personen of goederen te vervoeren [voertuig, voiture] [N 90 (1982)] III-3-1
voet, maat van 0,28 m voet: voet (Jeuk) de maat die een lengte aangeeft van 28 cm [voet] [N 91 (1982)] III-4-4
voetbankje voetbankje: voetbenkske (Jeuk) Kussen voor de voeten als men zit (voetkussen, poef) [N 79 (1979)] III-2-1
voetenbankje voetenbankje: vuujtbenkse (Jeuk) Het bankje om de voeten op te zetten [vootebenkske?]. [N 96A (1989)] III-3-3
voetganger voetganger: voetganger (Jeuk) een persoon die te voet gaat [voetganger, voetreiziger, voeteerder] [N 90 (1982)] III-3-1
voetgebeden voetgebeden: voetgebeeje (Jeuk) De gebeden aan de voet van het altaar, de voetgebeden. [N 96B (1989)] III-3-3