e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrouwelijke vis kuit: kaat (Jeuk) Hoe noemt u een vrouwelijke vis (kuiter, kuitvis, moedervis, kuit) [N 83 (1981)] III-4-2
vrouwenkant vrouwluikant: vrouwliekant (Jeuk) De rechterhelft van de kerk, het gedeelte rechts van het middenpad, dat bestemd was voor de vrouwen [epistelkant, vrouwenkant, vrouwliekant?]. [N 96A (1989)] III-3-3
vrouwenondergoed lingerie: lingerie (Jeuk, ... ) Ondergoed, het algemene, gewone woord voor de onderkleding. [N 114 (2002)] || Vrouwenondergoed [ook: lingerie, linergie?] [N 114 (2002)] III-1-3
vrucht van de taxus snotbel: snotbelle (Jeuk) De vruchten van de taxus (snotpieke, snotbellen, snotbees). [N 82 (1981)] III-4-3
vrucht zetten laden: louweje (Jeuk) Vruchten vormen, vrucht zetten (spenen, laden). [N 82 (1981)] III-4-3
vruchtgebruik dooddag: dordag (Jeuk), dooddag eraan hebben: doetdach eraan heubbe (Jeuk), dooddag eraan hebben (Jeuk), leeftocht: leeftoch (Jeuk) het recht om levenslang gebruik te maken van een anders goed [tocht, bij leven] [N 89 (1982)] || hoe heet het levenslang vruchtgebruik van een goed bv. van een huis ? [ZND 32 (1939)] III-3-1
vruchtvlies helm: den helm (Jeuk) Vlies waarin het ongeboren kind zich bevindt (helm). [N 115 (2003)] III-2-2
vuil waterx mooswater: mouws wetter (Jeuk) vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)] III-4-4
vuilnisbak vuilbak: vaalbak (Jeuk) Huisvuil (rommel, rotzooi, vuiligheid, vuilnis, vuil, vullis, ruwenis) [N 79 (1979)] III-2-1
vuistslag op de rug dof: doef (Jeuk, ... ), klabotsslag: klabotsslag (Jeuk) Een slag met de vuist op de rug (bij sommige kinderspelen). [ZND 33 (1940)] III-3-2