e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P219p plaats=Jeuk

Overzicht

Gevonden: 4999
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
catechismus catechismus: kattekiessemɛs (Jeuk) De katechismus, de christelijke leer, de kristenleer, de kinderleer [de kienderlieër, kristelier]. [N 96D (1989)] III-3-3
catechismusboekje catechismus: kattekiessemɛs (Jeuk) Het boekje [kategèssemes, kategèsm, katejismes]. [N 96D (1989)] III-3-3
catechismusles catechismusles: kattekiessɛmɛs les (Jeuk) Het onderricht, katechismusles in de kerk of op school. [N 96D (1989)] III-3-3
ceintuur ceintuur: ceintuur (Jeuk) Hoe noemt U: een ceintuur (band, sjerp?) [N 62 (1973)] III-1-3
center middelste punt: melantstǝ pønt (Jeuk) Elk van de twee spitse, kegelvormige middenpunten in de vaste en de losse kop van de draaibank waartussen het werkstuk tijdens het draaien op zijn plaats gehouden en gecentreerd wordt. Voordat het werkstuk tussen de centers wordt geklemd, wordt eerst met behulp van een doorslag in het middenpunt van de beide voorvlakken ervan een trechtervormig groefje aangebracht. [N 33, 227; monogr.] II-11
centerboor, schijfboor centerboor: sɛntǝrbǫwr (Jeuk) Boorijzer waarvan de schacht uitloopt in een centreerpunt met daaromheen één of meer voorsnijders of beiteltjes. De centerboor wordt gebruikt om snel en zuiver grote, cirkelvormige gaten te vervaardigen en om schijven uit plaatmateriaal te boren. Zie ook afb. 112. [N 33, 126; N 33, 148; N 33, 145; monogr.] II-11
centerpons centerpunt: sɛntǝrpønt (Jeuk), piqueur: pikȳr (Jeuk) Stalen stift met kegelvormige punt die dient om een uitholling in plaatmateriaal aan te brengen. De centerpons wordt vooral gebruikt om het middelpunt van een te boren gat aan te tekenen. Zie ook afb. 52. [N 33, 262; monogr.] II-11
centiare, maat van 1 m2 centiare: centiaar (Jeuk) de maat die een oppervlakte aangeeft van 1 vierkante meter [centiare, centiaar] [N 91 (1982)] III-4-4
chagrijn chagrijn: chagrijn (Jeuk) een knagend, afgunstig en mismoedig makend verdriet [chagrijn, chagrijnigheid] [N 85 (1981)] III-1-4
champignon champignon: champignon (Jeuk) Champignon: een eetbare witte paddestoel met aanvankelijk rozige, later donkere, purperbruine plaatjes en sporen, het is de meest gekweekte paddestoel (kampernoelje, kampernoelie, duivelsbrood, pampernoelie, dolhondenbrood, champignon). [N 92 (1982)] III-4-3