20391 |
echtgenote |
halve trouwboek:
mène halve traaboek (P219p Jeuk),
vrouw:
meͅn vrouw (P219p Jeuk),
vrouw (P219p Jeuk)
|
de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)] || vrouw met wie je getrouwd bent (echtgenote) [N 102 (1998)]
III-2-2
|
18101 |
eczeem |
eczema:
eczema (P219p Jeuk),
eczèma (P219p Jeuk)
|
Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (eczeem, uitslag, (haar)worm). [N 107 (2001)] || Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (zilt, haarworm). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21313 |
eed |
eed:
ied (P219p Jeuk)
|
eed [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|
24770 |
eekhoorntjesbrood |
champignon:
champignon (P219p Jeuk)
|
Eekhoorntjesbrood: een eetbare paddestoel met een bruine hoed en een lichtbruine, witgeaderde voet. Vaak wordt het vlees bij het doorbreken blauw. [N 92 (1982)]
III-4-3
|
18116 |
eelt, eeltknobbel |
hard vlees:
heat vliesch (P219p Jeuk),
weer:
wiere (P219p Jeuk)
|
een blaar in de handen door het vasthouden van een werktuig, bv. een hamer [ZND 32 (1939)] || Hij heeft eelt in zijn handen (verharding van de huid door het werken met de spade) [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
18942 |
een aanmerking maken |
kijven:
kijve (P219p Jeuk)
|
iemand een afkeurende opmerking geven [struffen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23667 |
een aflaat verdienen |
aflaat verdienen:
ene aflauwt verdiene (P219p Jeuk)
|
Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22483 |
een april |
een april:
1-apr (P219p Jeuk),
Antwoord onderlijnd bij de suggesties.
1-apr (P219p Jeuk)
|
de dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april) [N 112 (2006)] || De dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april). [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23781 |
een askruisje halen |
assekruisje halen:
een assekrəske gaon haale (P219p Jeuk)
|
Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21811 |
een bevel opvolgen |
luisteren:
luisteren (P219p Jeuk)
|
een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|