e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eksteroog eksteroog: eksteroog (Jeuk) Likdoorn: pijnlijke hoornachtige verharding van de opperhuid met een naar binnengekeerde punt, meestal aan de tenen (eksterenoog, weer, weeroog, likdoorn). [N 84 (1981)] III-1-2
el, maat van 0,69 m el: el (Jeuk) de maat die een lengte aangeeft van 68 cm [el, mut] [N 91 (1982)] III-4-4
elastiek elastiek: elastik (Jeuk), ɛlastik (Jeuk) Band- of koordvormig stuk gummi. Elastiek komt voor als enkele draad of als gevlochten of geweven band, in verschillende breedten, en het kent vele toepassingen. [N 59, 42; N 62, 61; L 34, 86; MW; monogr.] II-7
elektriciteit elektriek: electrik (Jeuk) electriciteit [ZND 34 (1940)] III-2-1
elektrische soldeerbout elektriekhamel: ɛlǝntrekhǭmǝl (Jeuk) Soldeerbout die verwarmd wordt door een elektrisch verwarmingselement. Zie ook afb. 187. [N 33, 195a-b; N 33, 202; N 64, 16c] II-11
elektrische tram elektrieken tram: eelectrieken tram (Jeuk) Een electrische tram. [ZND 34 (1940)] III-3-1
elfenbankje zwam: zwammen (Jeuk) Elfenbankje: een veelkeuzige zwam die veel voorkomt op takken en stammen; komt vaak in groepjes voor (elfenbankje, pijpzwam, buisjeszwam). [N 92 (1982)] III-4-3
elkaar in de staart bijten staartbijten: statbęi̯tǝ (Jeuk) Gezegd van de biggen. [N 76, 30] I-12
ellende (lijden) miserie: Hee zit in de miserie (Jeuk), Ich ben zik van miserie (Jeuk), misre: miseire (Jeuk) een rampzalige, zeer beklagenswaardige toestand [ellende, miserie] [N 85 (1981)] || Hij zit in de ellende. [ZND 35 (1941)] || Ik ben ziek van ellende. [ZND 35 (1941)] III-1-4
ellendig ellendig: ellendig (Jeuk) ellende lijdend [katijvig, ellendig] [N 85 (1981)] III-1-4