24870 |
akkerwinde |
pispot:
(pispotten) (P219p Jeuk),
pispotje:
pispötjes (P219p Jeuk)
|
Akkerwinde (convolvulus arvensis 20 tot 120 cm hoge plant. De stengels groeien liggend of windend; de bladeren hebben een pijlvormige voet; de bloemen groeien afzonderlijk of 2 aan 2, de kleur is wit of roze met strepen; 2 kleine lijnvormige schutblader [N 92 (1982)]
III-4-3
|
23715 |
akte |
akte:
aktes (P219p Jeuk)
|
Een oefening/akte/akt van geloof, hoop, liefde, berouw [üboeng]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22354 |
al dansend draaien |
dansen:
den dop daast (P219p Jeuk),
doppen:
1900
dobbe (P219p Jeuk),
draaien:
1990
dreije (P219p Jeuk)
|
al dansende draaien, gezegd van een tol [schrankelen, hekelen, denderen, leuteren] [N 112 (2006)] || Al dansende draaien, gezegd van een tol [schrankelen, hekelen, denderen, leuteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23487 |
algemene begraafplaats |
ongewijde grond:
ongewijde grond (P219p Jeuk)
|
Een (algemene) begraafplaats voor niet-katholieken. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21097 |
alikruik |
slak:
slɛk (P219p Jeuk)
|
Hoe noemt u de eetbare soort zeeslakken (alikruik, ullek) [N 83 (1981)]
III-2-3
|
22420 |
alle kegels in één keer omverwerpen |
ruwe?:
roewe (P219p Jeuk)
|
Alle kegels in één keer omverwerpen [bossen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23195 |
allerheiligen |
allerheiligen:
allerhellige (P219p Jeuk)
|
1 november Allerheiligen [allerhillieje]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23196 |
allerzielen |
allerzielen:
allerzieelle (P219p Jeuk)
|
2 november, Allerzielen [allerzieële]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
22335 |
alles kwijt |
blut:
blut (P219p Jeuk),
boet:
boet (P219p Jeuk)
|
Alles bij het spel verloren hebben [keps, kaps, baard, dod, pret, bluts, rits, rutsel, rut, rus, molk, mol, mot]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20069 |
aloë |
aloè:
aloë (P219p Jeuk)
|
Aloë. Bladeren tot 12 cm lang, groen wit gevlekt, met witte tandjes aan de rand. De bloem is rood (aloe, alewijn, allewien, bitteraal, bitterpop). [N 92 (1982)]
III-2-1
|