20658 |
kruiden, specerijen |
kruiden:
kruide (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
21560 |
kruidenier |
kruidenier:
kruidenier (P219p Jeuk)
|
een winkelier, kleine handelaar in koffie, thee, rijst, meel, zout, zeep, gedroogde vruchten, specerijen enz. [kruidenier, epicier, komenij] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20055 |
kruidje-roer-me-niet |
mimosa:
mimosa (P219p Jeuk)
|
Kruidje-roer-me-niet (Mimosa pudica L.) [N 92 (1982)]
III-2-1
|
19581 |
kruik |
kruik:
kraaik (P219p Jeuk)
|
kruik [ZND 29 (1938)]
III-2-1
|
20712 |
kruim |
mik:
mik (P219p Jeuk)
|
kruim [ZND 29 (1938)]
III-2-3
|
20806 |
kruimel |
breuzel:
breuzel broed (P219p Jeuk),
kruimel:
kremel broejd (P219p Jeuk)
|
kruimel brood [ZND 36 (1941)]
III-2-3
|
17573 |
kruin |
boven op de kop:
boven op zijn kop (P219p Jeuk),
kop:
kop (P219p Jeuk)
|
de kruin van het hoofd (waar het haar draait) [ZND 29 (1938)]
III-1-1
|
24540 |
kruipende boterbloem |
boterbloem:
bouterbloem (P219p Jeuk),
( . onder de o van botter)
botterbloem (P219p Jeuk)
|
Kruipende boterbloem (ranunculus repens 15 tot 50 cm hoog plantje met wortelende uitlopers; de stengels zijn opstijgend behaard; de bladeren zijn 3-tallig met ingesneden blaadjes; de bloemen hebben gegroefde steeltjes en zijn goudgeel van kleur; de kelk [N 92 (1982)]
III-4-3
|
17649 |
kruis |
kruis:
een kruis, twie kruisen (P219p Jeuk),
krø̜̄s (P219p Jeuk)
|
Een kruis, twee kruisen. [ZND 29 (1938)] || Kruising van ruggegraat en achterheupen, uitlopend in de staart en staartwortel. Zie afbeelding 2.31. [JG 1a, 1b; N 8, 13 en 14]
I-9, III-3-3
|
23203 |
kruisbeeld |
crucifix (<lat.):
crucifix (P219p Jeuk),
krussefiks (P219p Jeuk),
kruisbeeld:
kruisbeeld (P219p Jeuk),
kruisbèld (P219p Jeuk)
|
Een beeld van Christus-aan-het-kruis [kruus, kruuts, kruu(t)sbeeld, kruusse-fiks?]. [N 96A (1989)] || Een kruisbeeld, het geheel van kruis en de eraan gehechte Christusfiguur. [N 96B (1989)]
III-3-3
|