24355 |
mot |
mot:
ook in ZND 31, 038
mot (P219p Jeuk)
|
mot [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
21263 |
motor |
moteur:
motøͅyr (P219p Jeuk)
|
motor [RND]
III-3-1
|
25130 |
motregen, fijne regen |
muggenpis:
məggepis (P219p Jeuk),
niffel:
niffel (P219p Jeuk),
zoeber:
zoebber (P219p Jeuk)
|
klein beetje regen [muggepis, pleisterke regen] [N 81 (1980)] || stofregen [ZND 38 (1942)]
III-4-4
|
25100 |
motregenen, licht regenen |
niffelen:
het niffelt (P219p Jeuk),
zibberen:
zoebbere (P219p Jeuk),
zoeberen:
`et zoebbert (P219p Jeuk)
|
stofregenen [ZND 38 (1942)] || zeer weinig regenen, zodat de grond maar net nat is [spruikelen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
28779 |
mousseline |
mousseline:
mousseline (P219p Jeuk)
|
Los geweven stof van katoen, wol of zijde, genoemd naar de stad Mosoel in Turkije. [N 62, 75e; N 62, 75c; N 62, 83; N 62, 98; N 59, 201; MW; monogr.]
II-7
|
18264 |
mouw |
mouw:
maa (P219p Jeuk),
maais (P219p Jeuk),
maaiw, maaike (P219p Jeuk),
maaiwen (P219p Jeuk),
maiw (P219p Jeuk),
mâ, mâke (P219p Jeuk),
mā (P219p Jeuk),
twie moəwe (P219p Jeuk)
|
een mouw, een mouwtje [ZND 31 (1939)] || Hoe noemt U in het algemeen een mouw? [N 62 (1973)] || mouw (meervoud) [ZND 31 (1939)] || Mouw van bijv. een colbert of japon. [N 59, 126; N 62, 34a; MW]
II-7, III-1-3
|
29070 |
mouwomslag, manchet |
parement:
parmā (P219p Jeuk)
|
Verlengstuk aan het einde van een mouw; vaak afzonderlijk, en dan al of niet aan de mouw vastgemaakt. [N 62, 34d; N 59, 134; MW]
II-7
|
26147 |
muilband |
snuit:
snāt (P219p Jeuk)
|
Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.]
II-11
|
33066 |
muilband, bovenste band van de schoof |
muilband:
māl[band] (P219p Jeuk)
|
Zie de toelichting bij het lemma ''garveband'' (4.6.9). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) band het lemma ''garveband'' (4.6.9). [N 15, 22b; monogr.; add. uit JG 1b]
I-4
|
17872 |
muilpeer |
soufflet (fr.):
soufflet (P219p Jeuk)
|
Slag op de kaak; muilpeer (flets, fleer, plakkaat, kek, kokarde, klamats). [N 84 (1981)]
III-1-2
|