19267 |
onnozel persoon |
aap:
aap (P219p Jeuk),
dutsje:
dutske (P219p Jeuk),
ezel:
eizel (P219p Jeuk),
lomperik:
(i.v.m. matig).
loemperik (P219p Jeuk),
onnozele:
onnuzele (P219p Jeuk),
uil:
uil (P219p Jeuk),
zebedeus:
zebedeus (P219p Jeuk)
|
een ezelachtig persoon, een zeer dom iemand [nienop, carnichon, loep, zebedeus, uil, uilskuiken, aap, sufferd] [N 85 (1981)] || een onozel persoon [stumper, bleuter] [N 85 (1981)] || iemand die ontzettend dom is [nienop] [N 85 (1981)] || niet helder van geest, zwak van geest [dutselachtig] [N 85 (1981)] || zeer dom, zich gedragend als een ezel [suf, sloom, dwaas, ezelachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22316 |
onnozele-kinderendag |
onnozele-kinderen:
onnuuzel kenger (P219p Jeuk),
onnuzele kenjer (P219p Jeuk)
|
28 december, herinneringsdag van de kindermoord in Bethlehem, Onnozele Kinderen [Onnüezele Kinger, Allerkinderdag, der Kinderdag]. [N 96C (1989)] || De dag waarop de kinderen zich als vader en moeder verkleden (28 december) [oudvaaierkensdag, vaderkensdag, alderkinderen, onnozele kinderen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20922 |
onrijp |
groen:
groen (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33535 |
onrijp, onvolgroeid |
groen:
groen (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk),
vernepen:
vernepe (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] || Onvolgroeid, gezegd van een vrucht (vernepen). [N 82 (1981)]
I-7
|
19279 |
onrustig persoon |
roerwarmoes:
rurewerm (P219p Jeuk)
|
een onrustig persoon, persoon die geen rust heeft, altijd bezig is [roerwarmoes] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18973 |
onschuldig |
onnozel:
onnuzel (P219p Jeuk)
|
zonder besef van goed en kwaad [onschuldig, onnozel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18861 |
onstuimig |
driftig:
driftig (P219p Jeuk)
|
moeilijk in toom te houden, driftig [wreed, onstuimig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21901 |
ontberen |
derven:
derven (P219p Jeuk)
|
niet hebben waaraan men grote behoefte heeft, ontberen [derven] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20581 |
ontbijt |
eerste caf, de -:
den iste kaffie (P219p Jeuk)
|
de eerste maaltijd van de dag [ZND 40 (1942)]
III-2-3
|
20814 |
ontbijtkoek, peperkoek |
peperkoek:
peperkoek (P219p Jeuk)
|
peperkoek [ZND 40 (1942)]
III-2-3
|