24711 |
ratelpopulier |
ratelpopulier:
(? - onduidelijk)
rauwetel poppelier (P219p Jeuk)
|
De ratelpopulier; heeft bijna ronde bladeren met een gegolfde rand die aan lange platte stelen zitten; bij een beetje wind bewegen ze schuin langs elkaar, wat een ritselend geluid geeft (drilboom, vuilboom, klater, fledderaar, klaterteer, klatelleer). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20529 |
rauw |
rauw:
rauw vlies (P219p Jeuk)
|
Rauw vlees. [ZND 41 (1943)]
III-2-3
|
22338 |
ravotten |
duivelen:
duvele (P219p Jeuk),
vechten:
vechte (P219p Jeuk)
|
Hoe zeg je: de jongens ravotten (luidruchtig, wild stoeien, spelen)? [ZND 41 (1943)] || Voor de grap met elkaar worstelen, ravotten, gezegd van kinderen [riepen, riepzakken, raggen, balkuinen, stoeien]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18868 |
razen en tieren |
razen:
razen (P219p Jeuk)
|
luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19120 |
razend van woede |
dol:
dol (P219p Jeuk)
|
razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22000 |
recht uit de richting van de losplaats aankomen |
recht:
die komt recht (P219p Jeuk)
|
Hoe zegt men: het aankomen van de duif: recht uit de richting van de losplaats? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17902 |
recht vooruitstoten met de armen |
duwen:
dauwe (P219p Jeuk)
|
Met de armen recht vooruit stoten (stoeken, duwen). [N 109 (2001)]
III-1-2
|
17674 |
rechte, vormeloze benen |
stokken:
stekke (P219p Jeuk)
|
Rechte, vormeloze benen (stokken, stelten, palen, latten, staken) [N 109 (2001)]
III-1-1
|
24975 |
rechtop |
rechtop:
de pelot stie rechtop (P219p Jeuk),
waterpas:
wetterpas (P219p Jeuk)
|
rechtopstaand, recht omhoog staand [fiks] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
31401 |
rechtse boor |
rechtsboor:
ręxts˱bǭwr (P219p Jeuk)
|
Boorijzer waarbij de borende werking optreedt wanneer het rechtsom gedraaid wordt. [N 33, 158b]
II-11
|