24034 |
roeping |
roeping:
roeping (P219p Jeuk)
|
Roeping. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20819 |
roeren |
roeren:
rure (P219p Jeuk)
|
In de soep roeren. [ZND 41 (1943)]
III-2-3
|
30668 |
roerstokje |
stekje:
stɛkskǝ (P219p Jeuk)
|
Stukje hout voor het doorroeren van de verf. [N 67, 53c; div.]
II-9
|
25088 |
roest |
roesel:
rossel (P219p Jeuk),
roeselt:
rosselt (P219p Jeuk)
|
roest, rood- of bruingele bedekking die aan de oppervlakte van ijzer en staal ontstaat door verbinding met zuurstof, vooral in een vochtige omgeving [roester] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
19441 |
roestplek |
ijzerenmaal:
roestplek in linnen
ijzeremooël (P219p Jeuk),
roesselplek:
roeselplek (P219p Jeuk),
rosselplak (P219p Jeuk)
|
roestplek [ZND 36 (1941)] || Roestplek in het linnen (spot, spit, tikkel, maal, plek, smet) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
19410 |
roet |
roet:
roek (P219p Jeuk),
roet (P219p Jeuk)
|
Het rookzwart dat onder een ketel vastzit (zoet, zwart, roet, kroos) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21095 |
rog |
rog:
rog (P219p Jeuk)
|
Hoe noemt u de rog: een kraakbeenvis met een afgeplat schijfvormig lichaam. Het voorste deel van het lichaam (romp en borstvinnen) vormt een ronde tot vierkante schijf. Het lichaam eindigt in een lange dunne staart. De staart draagt twee rugvinnen. Aan de [N 83 (1981)]
III-2-3
|
32976 |
rogge |
koren:
kōn (P219p Jeuk)
|
Secale cereale L. Tot in de jaren vijftig het meest geteelde graangewas in Limburg, met uitzondering van Haspengouw, waar tarwe de meest verbouwde graansoort was. Men zaait ongeveer 170 kg rogge per hectare. Het koren-gebied in dit lemma wijkt aanzienlijk af van dat in het lemma ''graan, koren'' (1.2.1); vergelijk de kaarten die bij de lemma''s getekend zijn. Zie voor de benaming koren en voor de fonetische documentatie van het woord [koren] in het gebied waar ''koren'' zowel de algemene benaming alsook de benaming van de rogge is, het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, a. [JG 1a, 1b; L 34, 55b; L lijst graangewassen, 6; S 30; Wi 52; monogr.; add. uit N 15, 1a]
I-4
|
18284 |
rok: algemeen |
rok:
rok (P219p Jeuk)
|
Hoe noemt U in het algemeen een rok? [N 62 (1973)]
III-1-3
|
29077 |
roksplit |
slip:
slep (P219p Jeuk)
|
Split in de rok. [N 62, 41a]
II-7
|