e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaats schrikschoen: schrikskoewn doorstreept!  griekskoewn (Jeuk) een schaats [schaverdijn, schofferdijn, schrikschoen] [N 112 (2006)] III-3-2
schaatsen schaatsen: skaatsen (Jeuk) Zich voortbewegen op schaatsen [schaatsen, schaverdijnen]. [N 88 (1982)] III-3-2
schaatsenrijder watermug: wettermèg (Jeuk) schaatsertje: Hoe noemt u het insect dat met schokkende bewegingen over het water lijkt te schaatsen? Het lijf van het insect staat op lange poten op het water. [N100 (1997)] III-4-2
schaatsijzer snee: mes doorstreept, in potlood staat ook nog sneèj.  snee (Jeuk) stalen onderdeel van een schaats [ijzer, mes, snee] [N 112 (2006)] III-3-2
schabloneerkwast platte speciale borstel: platǝ spēsiǫwǝlǝ bǫsǝl (Jeuk) Kwast die bij het schabloneren wordt gebruikt. Bij dit procédé wordt een in bordpapier of dun plaatmateriaal uitgesneden patroon met verf gevuld. De schabloneerkwast dient van zeer veerkrachtig haar vervaardigd te zijn, niet te klein en middelmatig langharig (Zwiers II, pag. 316). [N 67, 35] II-9
schacht pen: pen (Jeuk) Hoe heten de onderdelen van de slagpen? (de cijfers tussen haakjes verwijzen naar tekening 3): schacht (3) [N 93 (1983)] III-3-2
schaduw, lommer lommer: lŏĕmmər (Jeuk), we zitten en de loemer (Jeuk), we zitten ien de loemmer (Jeuk) schaduw (lommer) [RND] || Schaduw. Wij zitten in het lommer,... in de schaduw. [ZND 37 (1941)] III-4-4
schaften rusten: ruste (Jeuk) het werk onderbreken om te rusten [schaften, schaffen, poren] [N 85 (1981)] III-3-1
schafttijd caf: kafe (Jeuk) schafttijd [RND] III-3-1
schande schande: schaan (Jeuk) Schande [scha.nd]. [N 96D (1989)] III-3-3