24902 |
schoft, kwart van een werkdag |
nastond:
noostond (P219p Jeuk)
|
een vierde deel van een werkdag [schoft, schof, poos] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
33977 |
schoftzadel |
zadel:
zǭǝl (P219p Jeuk)
|
Het zadel dat een tussen berries ingespannen paard op de schoft draagt. [JG 1a, 1b; N 13, 64a; monogr.]
I-10
|
17964 |
schokschouderen |
de schouders optrekken:
trik z`n skoure op (P219p Jeuk)
|
Schouders ophalen (schokschouweren). [N 109 (2001)]
III-1-2
|
20649 |
schol |
pladijs:
pladijs (P219p Jeuk)
|
Hoe noemt u de schol: een platvis die tot 70cm lang kan worden. Hij heeft een rij benige uitsteeksels tussen het oog en de nabije borstvin. Op het lichaam komen mooie oranje vlekken op een grijsbruine ondergrond voor (plaat, pladijs, schol, schar) [N 83 (1981)]
III-2-3
|
22371 |
schommel |
zwok:
een zwok (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk),
n zwok (P219p Jeuk),
zwok (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk),
/
zwok (P219p Jeuk)
|
b) zich op een schommel heen en weer bewegen [ruien, touteren, sturen, knijen, koggen, boeizen, rijtakken, rijrepen, toetouteren, takkenijen, hoeierzen, beizen] [N 112 (2006)] || Het speeltuig bestaande uit een tussen twee neerhangende touwen bevestigde plank, waarop men door zich af te zetten heen en weer zweeft [schommel, touter, stuur, rui, boeis]. [N 88 (1982)] || Hoe heet het kinderspeeltuig, dat uit een plankje of bankje bestaat, welk door middel van twee touwen aan een dwarshout hangt en waarop het kind zich heen en weer laat zweven? [ZND 32 (1939)] || schommel [SND (2006)]
III-3-2
|
22372 |
schommelen |
zwikken:
zwikke op een zwok (P219p Jeuk),
zwokken:
zwokken (P219p Jeuk)
|
b) zich op een schommel heen en weer bewegen [ruien, touteren, sturen, knijen, koggen, boeizen, rijtakken, rijrepen, toetouteren, takkenijen, hoeierzen, beizen] [N 112 (2006)] || Zich op een schommel heen en weer bewegen [ruien, touteren, sturen, knijen, koggen, boeizen, rijtakken, rijrepen, toetouteren, takkenijen, hoeierzen, beizen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21277 |
school |
school:
de kee-er zen in de skaul (P219p Jeuk),
de kenger zen nao skaoul (P219p Jeuk),
skoul (P219p Jeuk)
|
de kinderen zijn naar school [ZND 42 (1943)] || school [RND]
III-3-1
|
30616 |
schoolbordenverf |
bordenverf:
bǫrdǝvɛrǝf (P219p Jeuk)
|
Speciale verfsoort die diepzwart opdroogt, een kalkdof, enigszins ruw oppervlak vertoont en bestand is tegen afwassen met water. [N 67, 29]
II-9
|
21286 |
schoolkinderen |
schoolkinderen:
skuulkiŋər (P219p Jeuk)
|
schoolkinderen [RND]
III-3-1
|
19424 |
schoon, rein |
schoongemaakt:
skoengemokt (P219p Jeuk)
|
Rein, schoon, als gevolg van het poetsen (schoon, proper) [N 79 (1979)]
III-2-1
|