e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Jeuk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sporten sproten: sprǫu̯tǝ (Jeuk) De scheien die de ladderbomen met elkaar verbinden. [JG 1a, JG 1b] I-13
spotten zwanzen: zwansen (Jeuk), Van Dale: zwanzen, (gew.) grappen vertellen; streken uithalen.  zwansen (Jeuk) de spot drijven met [spotten, spreeuwen, truten, zwanzen] [N 85 (1981)] || zich met belachelijk makende of oneerbiedige scherts [grappen] uiten [spreeuwen, spotten, truten, zwanzen, lollen, leuren] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
spreekwoord spreuk: spreuk (Jeuk) Noem het (dialect)woord voor: een uitspraak zoals: "oost, west, thuis, best"? [spreekwoord] [N 102 (1998)] III-3-1
spreeuw spreeuw: saprief (Jeuk), sprie.ef (Jeuk), sprief (Jeuk) spreeuw [ZND 43 (1943)] III-4-1
spreken, praten spreken: heat zoals Jean  neet heat spreken (Jeuk) Niet luid spreken! [ZND 30 (1939)] III-3-1
sprenkelen sprenkelen: sprenkelen (Jeuk), sprənkelen op de strijkwas (Jeuk) druppelsgewijze uitstrooien, uitgieten [spuiten, sprenkelen, sprengen] [N 91 (1982)] || spuiten, met kracht door een nauwe opening naar buiten geperst worden, gezegd van water [spruiten, spritsen, sprietelen] [N 81 (1980)] III-4-4
sprenkelen met de wijwaterkwast sprenkelen: sprenkelen (Jeuk) Met de wijwaterskwast sprenkelend door de kerk gaan, de besprenkeling met wijwater aan het begin van de hoogmis. [N 96B (1989)] III-3-3
spreuk spreuk: spreuk (Jeuk) Noem het (dialect)woord voor: een uiting zoals: "oordeel niet, opdat ge niet geoordeeld wordt"? [spreuk] [N 102 (1998)] III-3-1
springstier springvar: sprɛŋk˲vɛ̄ǝr (Jeuk) [JG 1a, 1b; add. uit N 3A, 15] I-11
springvloed springtij: sprɛntij (Jeuk) springvloed, hoge waterstand die ontstaat als zon- en maanvloed samenwerken [giertij, springtij, gierstroom] [N 81 (1980)] III-4-4