22473 |
dobbelen |
dobbelen:
dobbele (P219p Jeuk),
dobbelen (P219p Jeuk)
|
het kansspel waarbij m et dobbelstenen geworpen wordt om daarvan winst of verlies te laten afhangen [dobbelen, teerlingen, bollen, smakken, possediezen, tritsen] [N 112 (2006)] || Het kansspel waarbij met dobbelstenen geworpen wordt om daarvan winst of verlies te laten afhangen [dobbelen, teerlingen, bollen, smakken, possediezen, tritsen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22382 |
dobbelsteen |
bolletje:
een beulleke (P219p Jeuk),
dobbelsteen:
dobbelstien (P219p Jeuk),
teerling:
teerling (P219p Jeuk)
|
Een dobbelsteen of teerling. [ZND 23 (1937)] || Kleine kubus waarvan de zes vlakken respectievelijk met 1-6 "ogen"voorzien zijn [steen, dobbelsteen, teerling]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22415 |
dobber |
dobber:
dobber (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
de kurken drijver(s) aan het snoer van een hengel [dobber, dop, kurk, upper] [N 112 (2006)] || De kurken drijver(s) aan het snoer van een hengel [dobber, dop, kurk, upper]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20419 |
dode |
lijk:
lijk (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk)
|
het dode lichaam van een mens [lijk, dode, kadaver] [N 87 (1981)] || het lijk [de liech] [N 96D (1989)]
III-2-2
|
24726 |
dode tak |
dode tak:
doowj tak (P219p Jeuk)
|
Een dode tak (stek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
23388 |
dodenhuisje |
dodenhuisje:
doewdehöske (P219p Jeuk)
|
Een mortuarium, dodenkapel in of bij de kerk. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
22674 |
doedelzak |
doedelzak:
doedelzak (P219p Jeuk),
Antwoord onderlijnd bij de suggesties.
doedelzak (P219p Jeuk)
|
het blaasinstrument dat bestaat uit een leren zak waarin de speler lucht blaast die hij dan door druk met de arm in een soort schalmei met toongaten blaast; andere schalmeien aan de zak blijven dezelfde toon geven [doedelzak, doerelzak, moemelzak] [N 112 (2006)] || Het blaasinstrument dat bestaat uit een leren zak waarin de speler lucht blaast die hij dan door druk met de arm in een soort schalmei met toongaten blaast; andere schalmeien aan de zak blijven dezelfde toon geven [doedelzak, doerelzak, moemelzak]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
18252 |
doek |
doek:
doek (P219p Jeuk)
|
doek [ZND 23 (1937)]
III-1-3
|
18288 |
doek -> [wld iii 2.2] |
witte doek:
witten doek (P219p Jeuk)
|
een witte doek [ZND 23 (1937)]
III-1-3
|
22350 |
doel bij verstoppertje spelen |
plok:
ploek (P219p Jeuk),
pot:
pot (P219p Jeuk)
|
het doel bij het verstoppertje spelen [buut] [N 112 (2006)] || Het doel bij het verstoppertje spelen [buut]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|