22702 |
o.l.v.-hemelvaart |
onze-lieve-vrouw:
oe lang
slieve vrouw kroedwij-ing (Q188p Kanne)
|
Hoe heet bij u de feestdag van O.L.V.-Hemelvaart (15 augustus)? [ZND 17 (1935)]
III-3-2
|
17636 |
oksel |
onder de arm:
ōndər də eͅrəm (Q188p Kanne)
|
oksel, oksels [oksel, okselschrooi, hoksel, hoks] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
26677 |
oliemolen |
slagmolen:
slǭx[molen] (Q188p Kanne)
|
Wind-, water- of rosmolen waarin uit zaden olie wordt geslagen. Het zaad wordt daartoe gekneusd met behulp van de zgn. kollergang bestaande uit twee verticaal geplaatste loperstenen. Het geplette zaad wordt in een pan verhit en vervolgens in wollen zakjes (builen) geborgen, waarna de builen in leren omslagen met een paardeharen voering gelegd worden. Het op deze wijze verpakte warme zaadmeel wordt daarna tweemaal geperst. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [JG 1a; JG 1b; Vds 15; Jan 15; Coe 5; Grof 5; monogr.; N D add.]
II-3
|
23150 |
olifant |
olifant:
Karte 109.
olifant (Q188p Kanne)
|
Elefant.
III-3-2
|
17916 |
omarmen |
vastpakken:
vaspakke (Q188p Kanne)
|
Met gestrekte armen omvatten ((om)vademen, (om)spannen, omarmen, (om)pakken) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
17917 |
omhelzen |
duwen:
döjje (Q188p Kanne),
om de nek vallen:
öm de nak valle (Q188p Kanne)
|
Omhelzen: iem. de armen om de hals slaan (omhelzen, om de hals/nek vallen, lief dujen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
17850 |
omhooggaan |
naar boven gaan:
no boove goon (Q188p Kanne),
omhooggaan:
niet in de betekenis naar de slaapkamer gaan
omhoêg goun (Q188p Kanne)
|
Omhooggaan, naar boven gaan (rijzen, (op)stijgen, omhoog gaan) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
33651 |
omwalde akker |
gereende akker:
gǝrē̜ndǝ akǝr (Q188p Kanne)
|
Een akker welke omsloten is door een akkerwal, een brede gracht of door bossen. [N 11, 2e; N 11, 2f; N 27, 3b; A 10, 4; monogr.]
I-8
|
25685 |
omzetten |
omkeren:
ømkīrǝ (Q188p Kanne),
omzetten:
ømzętǝ (Q188p Kanne)
|
Het met de graanschop omkeren van het op de graanzolder uitgespreide graan. [JG 1a, 1b, 2c]
I-4
|
18584 |
onderbroek |
onderbroek:
oonderbrook (Q188p Kanne)
|
Mannenondergoed [N 114 (2002)]
III-1-3
|