e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kanne

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opperhuid vel: fä:l (Kanne) opperhuid [N 10 (1961)] III-1-1
opschuiven opzij gaan: op sej goon (Kanne), opzij schuiven: opsej sjöve (Kanne) Opschuiven: in zijwaartse richting schuiven (opschikken, schavielen, opschuiven, opzij gaan) [N 108 (2001)] III-1-2
opstaan allez-jop: alę jǫp (Kanne) Voermansroep om het paard op te doen staan. [N 8, 95j] I-10
opsteken van de schoven gaffelen: gafǝlǝ (Kanne), opsteken: opstē̜.kǝ (Kanne) Het op de oogstkar laden van de gedroogde schoven. Dit gebeurt door twee personen, de één, de opsteker (zie het lemma ''opsteker'', 5.1.4) steekt de schoven met een oogstgaffel van het hok naar de kar omhoog, waar de ander, de tasser (zie het lemma ''tasser op de wagen'', 5.1.5) de schoven aanneemt en in lagen (zie het lemma ''laag schoven op de wagen'', 5.1.7) op de oogstkar tast. Vergelijk ook het lemma ''hooi opladen'' (5.1.5) in aflevering I.3.' [JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
opsteker gaffelaar: gafǝlē̜r (Kanne) Degene die de schoven met de gaffel,opsteekt naar de tasser op de wagen. Vergelijk de toelichting bij het lemma ''opsteken'' (5.1.3) en het lemma ''opsteker'' (5.1.6) in aflevering I.3, van hooi op de oogstkar. [N 15, 40; monogr.; add. uit JG 1a, 1b] I-4
optillen heffen: høffə (Kanne), opheffen: əphøfə (Kanne), opl?ften (~du.): oplŭftə (Kanne), opløftə (Kanne), opløfə (Kanne), oplichten: oplŭchtə (Kanne), əply:te (Kanne) dat kan ik opheffen [ZND 26 (1937)] || heffen [ZND m] || optillen [RND] III-1-2
optrekken, opdraaien opendoen: ōpǝdū.n (Kanne), openzetten: ōpǝzętǝ (Kanne) De sluis openen met behulp van een hefboom of een winde. In het eerste geval spreekt men in het algemeen van optrekken, in het tweede geval van opdraaien of opendraaien. Volgens Coenen (pag. 47) gebeurde het opdraaien ɛs avonds, het afdraaien ɛs morgens. Zie ook het lemma ɛaflaten, afdraaienɛ.' [Vds 42; Jan 43; Coe 29; Grof 59; monogr.] II-3
optuigen hamen: hǭmǝ (Kanne), zadelen: zǭlǝ (Kanne) Een trekpaard van het nodige trektuig voorzien. Men zet het hoofdstel op het hoofd van het paard, plaatst het haam om zijn nek, legt het schoftzadel op zijn rug en doet het achterhaam aan. Tenslotte gespt men de verschillende delen aan elkaar. [JG 1b; N 8, 97a; monogr.] I-10
opzettelijk expres: ook materiaal znd 1a-m  espres (Kanne) opzettelijk [ZND 23 (1937)] III-1-4
orgel orgel: (örgeldràejer) (Kanne), örgelmaan (Kanne) iemand die een draaiorgel bespeelt [orgeldraaier, liereman] [N 112 (2006)] III-3-2