e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kanne

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stempelen doppen: Karte 422.  doppen (Kanne), Slechts twee keer is een tegenstelling ontstaan tussen Nederlands-Limburg en de Voerstreek enerzijds, en Oud-Belgisch-Limburg anderzijds:  doppen (Kanne) stempelen || stempeln (Arbeitslosenunterstützung beziehen) III-3-1
stemvork diapason (fr.): dijapazo͂ͅ: (Kanne) Diapason: (muz.) toonhoogte, stemomvang. III-3-2
stenen vloer vloer van mergel: vlū.r van mērǝgǝl (Kanne) Stenen vloer op de bedding van de beek om het uitspoelen van de bodem tegen te gaan. [Coe 18; Grof 33] II-3
stengel, steel stam: stam (Kanne), stengel: stɛ.ŋǝl (Kanne) Stengel, als deel van een plant. [JG 1a, 1b; monogr.] I-4
stiefdochter stiefdochter: stiefdochter (Kanne) De dochter van een tweede man of vrouw (stiefdochter) [N 115 (2003)] III-2-2
stiefmoeder stiefma: stiefmaa (Kanne) De tweede man of vrouw van je moeder of vader (stiefouders) [N 115 (2003)] III-2-2
stiefouders stiefouders: stiefawers (Kanne) De tweede man of vrouw van je moeder of vader (stiefouders) [N 115 (2003)] III-2-2
stiefvader stiefpa: stiefpaa (Kanne) De tweede man of vrouw van je moeder of vader (stiefouders) [N 115 (2003)] III-2-2
stiefzoon stiefzoon: stiefzoon (Kanne) De zoon van een tweede man of vrouw (stiefzoon) [N 115 (2003)] III-2-2
stier duur: dø̄r (Kanne), dø̜̄r (Kanne) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11