e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kanne

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vaandel drapeau (fr.): den drapoo (Kanne), drapo (Kanne, ... ) de aan de stok gedragen doek met de kleuren of emblemen van een vereniging of gilde [vaandel, vendel, vaan] [N 112 (2006)] || Drapeau: vlag; jongensspel, dat op speelplaats gespeeld wordt. III-3-2
vaars rind: rē.nt (Kanne), vaars: vi̯ās (Kanne) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vaatdoek schotelplag: šōətəlplak (Kanne) zo vet als een vaatdoek (schoteldoek) [ZND 08 (1925)] III-2-1
vader vader: vaojer (Kanne) vader; dat is zijn vader [ZND 08 (1925)] III-2-2
vagina, geslachtsorgaan van de merrie kling: klēŋk (Kanne), lijf: lī.f (Kanne) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
valgordijn, rolgordijn store (fr.): stō̝ͅr (Kanne) rolgordijn, ophaalgordijn III-2-1
vals spel foetelarij: foêtelerèj (Kanne) oneerlijk spel, het valsspelen [hernij, aarzak, haarzakkerij, aaszakkerij] [N 112 (2006)] III-3-2
vals spelen foetelen: foêtele (Kanne), pfuschen (du.): fótsje (Kanne) vals, oneerlijk spelen [stachelen, foetelen, entelen, peuteren, krummelen, onnemen, haarzakken] [N 112 (2006)] III-3-2
valsspeler foetelaar: foêtelèèr (Kanne), pfuscher (du.): fotser (Kanne), pfuschpie (<du.): fótspie (Kanne) iemand die altijd vals speelt [aarzak, haarzak, aaszak] [N 112 (2006)] III-3-2
van een glijbaan glijden schijvelen: (ww.)  sjiêvele (Kanne), ww  sjiêvele (Kanne) / [SND (2006)] III-3-2