33146 |
zeven met de handzeef |
schoffelen:
šufǝlǝ (Q188p Kanne)
|
Zaaigraan winnen uit het met de wan gezuiverde graan door het te zeven. [N 14, 41b, 42b en 43b; JG 1a, 1b; Wi 43; S 45; monogr.]
I-4
|
26622 |
zeven, builen |
buidelen:
bygǝlǝ (Q188p Kanne)
|
Het meel zeven. In P 222 maakt men een onderscheid tussen teemsen en boulteren. De eerste term gebruikt men voor het zeven van meel met de hand door middel van een zeef. Wanneer deze bewerking machinaal door de molenaar wordt uitgevoerd, spreekt men van ɛboulterenɛ. Zie ook het lemma ɛuitzeven van de zemelenɛ in wld II.1, pag. 85.' [N O, 38a; Vds 241; Jan 239; Coe 215; Grof 244; monogr.; N 18, 136; N 18, 136 add.; JG 1b]
II-3
|
17693 |
zeveren |
zeveren:
zuivert (Q188p Kanne)
|
Het kind zevert (als het tanden krijgt). [ZND 08 (1925)]
III-1-1
|
21298 |
zich bemoeien met |
bemoeien:
bemūən (Q188p Kanne)
|
ik kan me daarmee niet bemoeien [ZND 21 (1936)]
III-3-1
|
33860 |
zich bij het stappen op de voorhoeven trappen |
struikelen:
strȳkǝlǝ (Q188p Kanne)
|
[N 8, 75 en 79]
I-9
|
17938 |
zich haasten |
zich spoeden:
us spo.iə (Q188p Kanne),
zich spooje (Q188p Kanne)
|
Zich haasten (zich haasten, zich spoeden, spujen) [N 108 (2001)] || Zich haasten. We moeten ons haasten om de bus te halen. [Lk 05 (1955)]
III-1-2
|
17974 |
zich niet lekker voelen |
zich krank voelen:
kraank veule (Q188p Kanne),
zich niet goed voelen:
zich neet goot veule (Q188p Kanne),
zich niet lekker voelen:
zich neet lekker veule (Q188p Kanne)
|
Zich niet lekker voelen (niet lekker, niet goed, gammel, krank). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
33844 |
zich over de rug wentelen |
(zich) wentelen:
wēnsǝlǝ (Q188p Kanne),
w˙ēnsǝlǝ (Q188p Kanne)
|
Geregeld gaan de paarden op hun rug liggen en slaan met de poten in de lucht. Zij doen dit vooral bij jeuk of buikpijn. [JG 1a, 1b; N 8, 69]
I-9
|
18201 |
zich verkleden |
omkleden:
zich ömklaeje (Q188p Kanne)
|
Zich verkleden [verkleden, omkleden, omtrekken, iets anders aandoen] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18219 |
zich warm aankleden |
warm aandoen:
zich waerem aondoên (Q188p Kanne),
warm aankleden:
zich waerem aonklaeje (Q188p Kanne)
|
Zich warm aankleden [(in)duffelen, inpakken, warm aandoen] [N 114 (2002)]
III-1-3
|