e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kanne

Overzicht

Gevonden: 2364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zomerkleren bain de soleil (fr.): baedsulɛj (Kanne) bain de soleil: zomerkleed III-1-3
zondagse kleren grande tenue (fr.): gro͂: təny (Kanne) grande tenue: in groot ornaat III-1-3
zonder voor spitten omgraven: [omgraven] (Kanne) Manier van spitten waarbij men - anders dan bij het spitten in voren - min of meer in de breedte werkt en iedere spade grond voor zich uit (voor de hand) omlegt. [N 11, 65c; N 11A, 148b; div.] I-1
zoom zoom: zǫwm (Kanne) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zuchten zuchten: zø̄xtə (Kanne) zuchten [snokke] [N 10 (1961)] III-1-4
zuigfles melkfles: mèelekfles (Kanne) zuigfles; een fles met speen om zuigelingen met melk te voeden [teuter, lots, tutter, teuterfles] [N 115 (2003)] III-2-2
zure oprisping zuur: hət sūr həbə (Kanne) oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] III-1-2
zuring, groente surelle: søreͅl (Kanne) Zuring, zurkel als groente gekweekt [Goossens 1b (1960)] I-7
zuster zuster: zuster (Kanne) zuster [ZND 04 (1924)] III-2-2
zuur oprispen het zuur hebben: hət sūr həbə (Kanne) oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] III-1-2