24501 |
braambes |
bramelen:
brōmələ (Q188p Kanne)
|
braam(bessen) [RND]
III-4-3
|
33295 |
braambessen |
bramelen:
bruǫmǝlǝ (Q188p Kanne)
|
Als aanvulling op de vraag die in het lemma Braam is behandeld werd ook geïnformeerd naar de benamingen van de vrucht van de braamstruik. [JG 1b gedeeltelijk, 1c, 2c]
I-5
|
20788 |
braden |
braden:
braaje (Q188p Kanne),
brāājə (Q188p Kanne),
brāoje (Q188p Kanne)
|
vlees braden en vlees bakken [ZND 22 (1936)], [ZND m]
III-2-3
|
18034 |
braken |
kotsen:
kotsə (Q188p Kanne),
overgeven:
vərgēͅvə (Q188p Kanne),
spijen:
spei̯jə (Q188p Kanne)
|
overgeven, vomeren [speuwe, spaven, kitse, kotse, kalve, kalvere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
19860 |
branden |
branden:
branə (Q188p Kanne)
|
branden [ZND 01 (1922)]
III-2-1
|
19635 |
brandhout |
meterhout:
metershout (Q188p Kanne, ...
Q188p Kanne),
vinkelhout:
veunkelhoot (Q188p Kanne),
vonkelhoot (Q188p Kanne),
vunkelhout (Q188p Kanne),
vonkelhout:
vy(3)̄ŋkəlhoͅu̯t (Q188p Kanne, ...
Q188p Kanne)
|
[Lk 02 (1953)] [ZND 22 (1936)]brandhout [ZND 01 (1922)] || brandhout; klein hout voor de kachel [ZND 22 (1936)]
I-7, III-2-1
|
33983 |
brede buikriem |
onderhulp:
o.ndǝrhø̄.lǝp (Q188p Kanne)
|
Riem die onder de buik van het paard wordt gespannen en aan de twee uiteinden van de berries wordt vastgemaakt. Hij zorgt ervoor dat het paard steviger tussen de berries staat en voorkomt dat de kar opkipt. Deze riem is breder dan de smalle buikriem opdat hij bij het opkippen van de kar niet in de buik van het paard zou snijden. [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 73]
I-10
|
33692 |
brede landweg |
gang:
gānǝ (Q188p Kanne)
|
Brede landweg of een niet-openbare weg door bouw- of weiland. [N 5A, 75a; S 7; Wi 17; L 23, 31a; L 23, 31b; L 1a-m; L 40, 25; monogr.]
I-8
|
33138 |
breeddorser |
breeddorser:
brē.djā.sǝr (Q188p Kanne)
|
Bij deze dorsmachine werden de schoven dwars, in de breedte, of, anders gezegd, overlangs, in de opening geschoven. Hier gebeurt het eigenlijke dorsen door een molen met latten of wellen. Wompes Pelzer is een Duits fabrikaat breeddorsers, dat nog door paardekracht werd voortbewogen. Zie afbeelding 12. [N 14, 6b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
18786 |
breien |
strikken:
hōase strikke (Q188p Kanne)
|
Kousen breien. [ZND 22 (1936)]
III-1-3
|