18787 |
breinaald |
strikijzer:
strikiezers (Q188p Kanne)
|
Hoe heten de stalen pennen waarmee gebreid wordt? [ZND 22 (1936)]
III-1-3
|
26635 |
breken, pletten |
pletten:
plɛtǝ (Q188p Kanne),
pletteren:
plɛtǝrǝ (Q188p Kanne)
|
Haver met behulp van de haverpletter bewerken. In dit lemma is geen onderscheid gemaakt tussen enerzijds haver breken en haver pletten. Coenen (pag. 163) merkt over beide begrippen op: ø̄Als de boer de haver grof wenste, dan brak de molenaar ze, haver die gepletterd werd, was fijn.ø̄ [Vds 238; Jan 246; Jan 247; Coe 222; Grof 251]
II-3
|
18392 |
bretel |
bretel (<fr.):
Ook [hölp] < hulp.
brətel (Q188p Kanne),
help:
hölp (Q188p Kanne)
|
bretelles: broekdraagband over de schouders
III-1-3
|
18099 |
breuk |
breuk:
breu-ək (Q188p Kanne)
|
hij heeft een breuk (in de buik; Fr. hernie) [ZND 22 (1936)]
III-1-2
|
33752 |
breukhengst |
gebroken hengst:
gǝbrōkǝ heŋs (Q188p Kanne),
slecht gesnoden:
slɛx gǝsnōi̯ǝ (Q188p Kanne)
|
Een hengst waarbij door het castreren een darmuitstulping optreedt. [N 8, 61c]
I-9
|
21250 |
brief |
brief:
bre:f (Q188p Kanne)
|
brief [RND]
III-3-1
|
33840 |
briesen |
blazen:
bluǫ.zǝ (Q188p Kanne),
briesen:
brīsǝ (Q188p Kanne)
|
Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5]
I-9
|
19419 |
briket |
briket:
brekɛ̝t (Q188p Kanne)
|
briket
III-2-1
|
34600 |
bril |
bril:
brē̜l (Q188p Kanne)
|
Verzwaard, dwars sluithout waardoor de vregelpaal gestoken werd. De vregelpaal is een boom die overlangs in de bak van de hoogkar ligt en die, samen met de vregelstok en het bindtouw, gebruikt wordt om het hooi vast te zetten (voor meer uitleg zie WLD I.3, onder de lemmata touw om het hooi vast te sjorren, vregelpaal en vregelstok). Zoals op de kaart duidelijk blijkt, is dit systeem vooral in gebruik in de streken met de meest vruchtbare grond, m.n. in het Maasland en in het zuidoosten van Haspengouw. [N 17, 14b; JG 1b; JG 2c]
I-13
|
34499 |
broeden, op eieren zitten |
broeden:
brȳi̯ǝ (Q188p Kanne),
brø̄u̯ǝ (Q188p Kanne)
|
[N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|