e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kanne

Overzicht

Gevonden: 2364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buskruit poeder: poeer (Kanne), pulver (<lat.): polləfər (Kanne) buskruit [ZND 17 (1935)], [ZND 22 (1936)] III-3-1
bussel kort stro kortbussel: kǫdbøsǝl (Kanne), kǫdbø̜sǝl (Kanne) Wanneer men het stro bijeengebonden heeft, ligt het graan op de dorsvloer, nog vermengd met eindjes kort stro, lege aren en kaf. Men harkt dan eerst de korte eindjes stro bijeen, en stopt deze in een bussel. Hier staan de benamingen voor deze bussel stro met harksel erin bijeen. [N 14, 29 en 33; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 48, 34.3b; Lu 2, 34.3b; monogr.; add. uit N 14, 25 en 28] I-4
bussel uitgedorst stro bussel: bø̜sǝl (Kanne) Wanneer het graan uit de aren is geslagen, worden de lege halmen bijeengebonden, vroeger met twee banden. Sinds de komst van de dorsmachines worden de halmen doorgaans dubbel geplooid en met één band in het midden gebonden, of tot pakken geperst. De grondbetekenis van schans is "takkebos, mutserd"; die van het du. Bürde "datgene wat gedragen wordt". Zie ook de toelichting van het lemma ''garve, gebonden schoof'' (4.6.4).' [N 14, 26; JG 1a, 1b, 2c; L 17, 16; L 22, 33b; L 48, 34.3a; Lu 2, 34.3a; R [s], 65; S 5; Wi 16 en 17; monogr.; add. uit R 3, 70 en R 14, 19 en uit het materiaal van lemma 4.6.4 waarbij is aangetekend dat het om gedorste garven gaat] I-4
bustehouder bustehouder: bustehawer (Kanne), soutien (fr.): sutja͂e. (Kanne), soutien-gorge (fr.): sutja͂e.gurš (Kanne) soutien(-gorge): bustenhouder || Vrouwenondergoed [ook: lingerie, linergie?] [N 114 (2002)] III-1-3
buurman nabuur: naober (Kanne), nāobər (Kanne) buurman [ZND 17 (1935)], [ZND 22 (1936)] III-3-1
buurt: in de buurt hier kortbij: ər woent hie kot bie (Kanne) Hij woont in de buurt [ZND 22 (1936)] III-3-1
buurten een baar binden: geen speciaal woord. wel als er twee staan te praten zeggen sommigen dit.  ən bāor āon t binden zijn (Kanne) Hoe heet het gebruik in de winter s avonds bij de buren te gaan zitten praten? [ZND 22 (1936)] III-3-1
buurvrouw nabuurse: nāobərse (Kanne) buurvrouw [ZND 22 (1936)] III-3-1
canapé, sofa canapè: kanəpē (Kanne), chaise longue: šɛ̝slō̝ͅ (Kanne), sofa: sōfa (Kanne) canape || divan, canape || sofa III-2-1
capuchon capuchon (fr.): kapəšo͂ (Kanne) capuchon: op mantel vastgenaaide kap III-1-3