e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kanne

Overzicht

Gevonden: 2364
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een april een april: èen apreel (Kanne), eerste april: den uûsten apreel (Kanne) de dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april) [N 112 (2006)] III-3-2
een blauwtje lopen er is tegen de lamp gelopen: ’r ès tege de laamp gelaope (Kanne), ze heeft hem laten zitten: ze hèèt ’m laote zitte (Kanne) Als een jongen door een meisje wordt afgewezen zegt men wel: hij heeft een blauwtje gelopen. Kent u voor dit feit in uw dialect een andere uitdrukking [N 115 (2003)] III-2-2
een borrel drinken een drupje drinken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  drəpke drenken (Kanne) druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)] III-2-3
een boterham smeren een boterham smeren: ən bōtram smēͅrə (Kanne) smeren [RND] III-2-3
een ei ei: ē.i̯ (Kanne), ēi̯ (Kanne), ē̜i̯ (Kanne), ęi̯ (Kanne) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12
een geerakker ploegen kortvoren: voor de vraag of dit woordtype voor de volgende plaatsen beschouwd moet worden als werkwoord dan wel als meervoudig substantief zie men ook het vorige lemma  [kortvoren] (Kanne) Afhankelijk van de gebruikte ploeg en de gevolgde ploegwijze kan de geer van een trapeziumvormige akker op verschillende manieren worden geploegd. Wordt de akker met een wentel- of een keerploeg bewerkt, dan kan men a) met de geer beginnen en dan - schuin tegen de geervoren aan - de lange voren ploegen, of b) met de lange voren beginnen en op de overblijvende geer korter wordende voren ploegen, waarbij tenslotte - schuin op de geervoren - nog enige lange sluitvoren worden geploegd. Op een uiteen te ploegen geerakker ploegt men vanaf de zijkanten eerst de lange voren, totdat men de in midden uitgezette geer bereikt. Daar ploegt men dan korter wordende voren, die in het midden (waar men moest keren) worden aangevuld met een aantal lange sluitvoren. Wordt die geerakker het jaar daarop bijeengeploegd, dan ploegt men in het midden eerst het daar uitgezette geerstuk bijeen; daarop laat men dan de lange voren volgen. Als een trapeziumvormige akker geploegd kan worden in voren die in dezelfde richting lopen als de evenwijdige korte en lange zijde van het stuk, hoeft men geen geer te ploegen. Voor het([...)-gedeelte van sommige varianten zie men het vorige lemma. [N 11, 64; N 11A, 126a + b + c + d; JG 1a + 1b; monogr.; A 33, 9 add.] I-1
een kuil graven een kot maken: koêt maoke (Kanne), graven: graove (Kanne) Een kuil maken (dappen, graven) [N 108 (2001)] III-1-2
een lelijk gezicht trekken (een) lelijk gezicht trekken: lelək xəzex trekə (Kanne), (een) snuits trekken: ən snūts trekə (Kanne), grimassen maken: gremasə mōͅkə (Kanne) grijnzen, een lelijk gezicht trekken [greeze, nen toot zette, snuit trekke, grimas maken] [N 10 (1961)] III-1-4
een list gebruiken bluffen: bluffe (Kanne) een list gebruiken bij het kaarten [finten] [N 112 (2006)] III-3-2
een miskraam krijgen een misval krijgen: ’n misvaal kriêge (Kanne) Een miskraam krijgen (opslagen, omslaan). [N 115 (2003)] III-2-2