e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kanne

Overzicht

Gevonden: 2364

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
balans warselen: jā.sǝlǝ (Kanne) Dwarshout, dat met een haak aan een wagen vastgemaakt wordt en waar de strengen van de - meestal twee of drie - paarden aan bevestigd worden. Dit dwarshout is dubbel zo breed als het gewone zwenghout (zie dat lemma). Het wordt alleen gebruikt in de streken met de zwaardere en meer vruchtbare grond: Haspengouw en het Maasland. Uit de rest van Limburg waren er hier en daar ook opgaven, maar aangezien deze steeds identiek waren met die voor het gewone zwenghout, kan men aannemen dat het om vergissingen gaat. Dit dubbele zwenghout komt ook voor bij de ploeg en de eg (zie het lemma evenaar, tweespanszwenghout in wld I.2). [N 17, 69b; N G, 65b; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 34, 11; monogr.] I-13
balein balein: bɛrlɛin (Kanne) baleine: reep van een keurslijf III-1-3
balk van de ijzeren licht streefbalk: strɛ̄.f˱bā.lǝk (Kanne) IJzeren, in P 195 en Q 78 houten balk, als onderdeel van de ijzeren licht, waar in watermolens het stalen blok van het staakijzer op rust. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛvonderbalkɛ.' [Coe 127; Grof 150; N O, 23b; A 42A, 26] II-3
balkenbrij balkenbrij: bálkəbri (Kanne) balkenbrij [Goossens 1b (1960)] III-2-3
bang bang: ni-eet bang zien (Kanne) (Niet bang zijn), duw maar. [ZND 23 (1937)] III-1-4
barensweeën ween: de weje (Kanne) Barenswee: periodieke pijnen die voorafgaan aan het baren (poos). [N 115 (2003)] III-2-2
baret baret (<fr.): barɛt (Kanne) barette: muts, die schuin op het hoofd wordt gezet III-1-3
barrevoets barrevoets: bɛrəvø:ts (Kanne), op blote voeten: up blutə vøj (Kanne) blootvoets [RND] III-1-3
bed bed: bet (Kanne) bed [RND] III-2-1
beddenbak, ressortbak ressortenbak: rəsō̝ͅrəbak (Kanne) matras met springveren III-2-1