e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inschieten inschieten: ensxētǝn (Kaulille) Het deegbrood in de oven plaatsen. Een bij het werkwoord opgegeven object "brood", "deeg" e.d. wordt niet gedocumenteerd evenmin de bepaling "in de oven". [N 29, 45a; L 40, 13b; N 29, 30b; monogr.; OB 2, 2d] II-1
inslaan, van de bliksem gezegd inslaan: énsloͅən (Kaulille) inslaan, gezegd van de bliksem [afvellen] [N 22 (1963)] III-4-4
inspannen inspannen: e.nspanǝn (Kaulille) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
inzet bij het spel pot: pot (Kaulille) het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik] [N 112 (2006)] III-3-2
inzouten zouten: zanten (Kaulille) zouten [ZND 08 (1925)] III-2-3
iris oogappel: oe:gapp`l (Kaulille) Iris: het gekleurde gedeelte van het oog waarin zich de pupil bevindt (iris, oogappel). [N 106 (2001)] III-1-1
italiaan italiaan: da is ⁄n Italiaon (Kaulille), des n Italiaan (Kaulille), dès ⁄n Italioan (Kaulille) Dat is een Italiaan. [ZND 36 (1941)] III-3-1
jak jak: jak (Kaulille), jakje: jekske (Kaulille), jeͅk(skə) (Kaulille) damesblouse, strak om het lichaam, hoog gesloten met boordje en met lange strakke mouwen [jak, seket] [N 25 (1964)] || jak (kort vrouwenkledingstuk) [ZND 27 (1938)] III-1-3
jaloers jaloers: ook materiaal znd 27, 44  zjaloesch (Kaulille), zjaloors (Kaulille) jaloers [ZND 01 (1922)] III-1-4
jarig zijn jarig zijn: jäörig (Kaulille), verjaren: v`rjäöre (Kaulille, ... ) Jarig. || Verjaren. || zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren] [N 112 (2006)] III-3-2