20482 |
nicht |
nicht:
nicht (L316p Kaulille)
|
nicht; de kinderen van een oom of tante [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
34208 |
nierbekkenontsteking |
nierziekte:
nērzektǝ (L316p Kaulille)
|
Een aandoening van de pisbuis, vervolgens van de blaas en van een van de pisleiders en tenslotte van het nierbekken. De kwaal komt bijna uitsluitend bij het vrouwelijk dier voor. De dieren hebben minder eetlust, herkauwen weinig, vermageren, hebben een droge en stugge huid. Ze urineren telkens in kleine hoeveelheden. De oorzaak is een bepaalde smetstof. Zie ook het lemma ''chronische nier- en nierbekkenontsteking'' in wbd I.3, blz. 486. [N 3A, 94; N 52, 29; A 48A, 43]
I-11
|
34265 |
nieren |
nieren:
nēǝrǝn (L316p Kaulille)
|
Boonvormig orgaan dat dient tot afscheiding van de urine. De opgaven zijn alle meervoud. [N 28, 88d]
I-11
|
34153 |
niet behouden |
niet behouden:
nɛ bǝhawǝ (L316p Kaulille)
|
Niet bevrucht. De koe wordt drie weken na de dekking weer tochtig. [N 3A, 32b]
I-11
|
26170 |
niet de goede stand hebben |
(de roede) is niet goed gevleugeld:
is˱ nɛ̄ gōt ˲gǝvlø̄gǝlt (L316p Kaulille)
|
Niet de goede stand hebben, gezegd van een roede wanneer deze nieuw is ingebracht. [N O, 7o]
II-3
|
34154 |
niet drachtig |
leeg:
lē.x (L316p Kaulille)
|
[JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.]
I-11
|
25391 |
niet goed gebroeid |
verbrand:
vǝrbrǭnt (L316p Kaulille)
|
Als men bij het broeien te veel of te heet water gebruikt, is het effect averechts: de haren blijven dan erg vast op de huid zitten en laten zich niet gemakkelijk verwijderen. Opgaven als ''het varken is verbranden de huid is verbrand'' zijn versmolten tot één type "verbrand".' [N 28, 23; monogr.]
II-1
|
21654 |
niet gunnen |
niet doorgaan:
ps. omgespeld volgens Frings.
zə get neͅ dōr (L316p Kaulille)
|
ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
22319 |
nieuwjaar |
nieuwjaar:
nuûjaor (L316p Kaulille)
|
Nieuwjaar.
III-3-2
|
17724 |
nieuwsgierig kijken |
gapen:
gaa:pe (L316p Kaulille),
nieuwsgierigen:
noewschierigge (L316p Kaulille)
|
Nieuwsgierig kijken (gapen, curieus kijken, spitsmoelen) [N 109 (2001)]
III-1-1
|