e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opper grote opper: grūu̯ǝtǝ ǫpǝr (Kaulille), heukel: hø̄.kǝl (Kaulille) De grootste soort hooihoop in het veld. [N 14, 112 en 111 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 10, 20; A 16, 3b; A 42, 20b; L 38, 38b; monogr.] I-3
opperhuid vel: ve:l (Kaulille) Opperhuid (huid, bovenhuid, -vel). [N 109 (2001)] III-1-1
opschuiven opschuiven: opschuûve (Kaulille) Opschuiven: in zijwaartse richting schuiven (opschikken, schavielen, opschuiven, opzij gaan) [N 108 (2001)] III-1-2
opstapelen van graanzakken ophopen: ǫphø̜i̯pǝ (Kaulille), opstapelen: opstapelen (Kaulille) Zakken met graan op een hoop zetten. [L 27, 24] I-4
opsteken van de schoven opsteken: ǫpstē̜.kǝ (Kaulille) Het op de oogstkar laden van de gedroogde schoven. Dit gebeurt door twee personen, de één, de opsteker (zie het lemma ''opsteker'', 5.1.4) steekt de schoven met een oogstgaffel van het hok naar de kar omhoog, waar de ander, de tasser (zie het lemma ''tasser op de wagen'', 5.1.5) de schoven aanneemt en in lagen (zie het lemma ''laag schoven op de wagen'', 5.1.7) op de oogstkar tast. Vergelijk ook het lemma ''hooi opladen'' (5.1.5) in aflevering I.3.' [JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
optempelen optempelen: ǫptɛmpǝlǝ (Kaulille) De roeden of de molenas met behulp van de tempel optillen. In l 318 en l 321 werd dit werk altijd door de molenmeester (mø̄lǝmęjstǝr) maar nooit door de molenaar zelf gedaan. [N O, 35b] II-3
optillen heffen: huffe (Kaulille), omhoog heffen: omhoeg huffen (Kaulille), opheffen: ophŭffen (Kaulille), òphøfə (Kaulille) dat kan ik opheffen [ZND 26 (1937)] || optillen [RND] III-1-2
optuigen aandoen: āndō.n (Kaulille) Een trekpaard van het nodige trektuig voorzien. Men zet het hoofdstel op het hoofd van het paard, plaatst het haam om zijn nek, legt het schoftzadel op zijn rug en doet het achterhaam aan. Tenslotte gespt men de verschillende delen aan elkaar. [JG 1b; N 8, 97a; monogr.] I-10
opzakken opzakken: ǫpzakǝ (Kaulille) Meel in zakken doen en de gevulde zakken op het juiste gewicht brengen. [N O, 38l] II-3
opzeilen opzeilen: ǫp˲zęjlǝ (Kaulille) Zeilen aanbrengen. [N O, 7a] II-3