21569 |
politie |
bode:
den boy hèt hem aangehouwwen (L316p Kaulille),
gendarmen (<fr.):
də žendɛrmən hɛmmən om gepakt (L316p Kaulille),
police (fr.):
de polies heet em gehaalt (L316p Kaulille),
politie (< lat.):
de politie heeft hem gepakt (L316p Kaulille)
|
De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)]
III-3-1
|
21437 |
politieagent |
bode:
boy (L316p Kaulille, ...
L316p Kaulille),
police (fr.):
plies (L316p Kaulille),
veldwachter:
veldwachter (L316p Kaulille)
|
Hoe heet << een politieagent >> ? [ZND 40 (1942)]
III-3-1
|
19482 |
pollepel |
potlepel:
poͅtlepəl (L316p Kaulille),
soeplepel:
soͅplepəl (L316p Kaulille)
|
lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
17657 |
pols |
pols:
po:ls (L316p Kaulille)
|
Een pols: plaats boven het handgewricht [N 106 (2001)]
III-1-1
|
18292 |
polsmof |
mof:
mof (L316p Kaulille, ...
L316p Kaulille),
mofə (L316p Kaulille),
mouwtje:
mouwkes (L316p Kaulille)
|
een polsmof - korte, gebreide stukken, die over de voorarm worden aangetrokken tegen de koude [ZND 34 (1940)] || polsmof, kort gebreid kledingstuk ter verwarming van pols en hand [sjtoek, polsmof, handmufke, armmufke, molleke, moefke] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33807 |
pommelee, appelschimmel |
pommelee:
pomǝ`lē (L316p Kaulille)
|
Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e]
I-9
|
25382 |
pompen |
pompen:
pompǝ (L316p Kaulille)
|
Eén van de poten bewegen om zo het bloed beter te laten uitstromen nadat de keel van het dier is doorgesneden. [N 28, 14; monogr.]
II-1
|
18504 |
pompon van een muts |
floche (fr.):
floš (L316p Kaulille)
|
pluim van een muts [floes] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20458 |
pooier |
pooier:
pooj’r (L316p Kaulille)
|
iemand die leeft van de verdiensten van een prostituée, voor wie hij als beschermer optreedt [pooier] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
33796 |
poot |
poot:
puǝt (L316p Kaulille
[(mv pyǝt)]
)
|
Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b]
I-9
|