33635 |
putemmer |
putaker:
peͅtīəkər (L316p Kaulille)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
33624 |
putgalg |
gaffelboom:
gafəlbuəm (L316p Kaulille),
paal:
puəl (L316p Kaulille),
putboom:
pøtbau̯m (L316p Kaulille),
putstiep:
pøͅtštip (L316p Kaulille)
|
[ZND 32 (1939)]
I-7
|
33633 |
puthaak |
emmerstok:
emmerstok (L316p Kaulille),
gard:
geͅi̯rt (L316p Kaulille),
goͅi̯rt (L316p Kaulille),
putgard:
pøtgērt (L316p Kaulille, ...
L316p Kaulille),
putstok:
putstok (L316p Kaulille)
|
[N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)]
I-7
|
24227 |
putter |
distelvink:
destəlvēŋk (L316p Kaulille)
|
putter (12 man en pop gelijk; rood gezicht, geel in vleugel, wit in staart; hier alleen op trek; vrij schaars; distelliefhebber; zang is vrolijk, druk gedjiedel; veel in kooi [N 09 (1961)]
III-4-1
|
33623 |
putzwengel |
boonstaak:
boonstaak (L316p Kaulille),
putter:
putter (L316p Kaulille),
putwik:
putwik (L316p Kaulille),
putzwik:
putzwik (L316p Kaulille),
pøtzwek (L316p Kaulille)
|
[ZND 32 (1939)]
I-7
|
18610 |
pyjama |
pyjama {piama}:
pižema (L316p Kaulille)
|
pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)]
III-1-3
|
22726 |
raadsel(tje) |
raadsel(tje):
Verkl. räödslke.
raoëdsel (L316p Kaulille)
|
Raadsel.
III-3-2
|
27904 |
raam |
venster:
venstǝr (L316p Kaulille
[(+)]
)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
33452 |
raampje in een poort |
vagevenster:
vǭgǝvenstǝr (L316p Kaulille)
|
Een raampje in een poort, soms ook een luikje, om door te kunnen kijken, ook wel ter beluchting, al dan niet beglaasd. De opgaven die duidelijk op een deur wijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "deurtje in een poortvleugel" (4.1.10). [N 5A, 54b]
I-6
|
30182 |
raamwerk |
geschoor:
gǝsxø̄r (L316p Kaulille)
|
Het gehele timmergeraamte van verticale en horizontale balken. [N 4A, 52f; N 31, 45b; monogr.; N 4A, 52e]
II-9
|