26218 |
roedegaten |
askotter:
askǫtǝr (L316p Kaulille)
|
De twee gaten in de askop waarin de roeden worden bevestigd. Zie ook afb. 45. [N O, 10c; A 42A, 75]
II-3
|
26162 |
roedewiggen |
houteren spieën/spijen:
hǭtǝrǝ spijǝ (L316p Kaulille)
|
De houten wiggen waarmee de roeden vooraan of opzij in de askop worden vastgezet. [N O, 3a; A 42A, 76]
II-3
|
24235 |
roek |
zaadkraai:
zōͅətkrɛi̯ (L316p Kaulille)
|
roek (46 bekende vogel; zwart met paarsige glans; kale rand boven aan de snavel; broedt in kolonies; leeft in troepen; roep [kao-kao-kao], [waaak] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
34528 |
roep- en lokwoord voor de kip |
tiet, tiet, tiet:
tẽ̜t, tẽ̜t, tẽ̜t (L316p Kaulille),
tjiep, tjiep:
tjip, tjip (L316p Kaulille)
|
Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.]
I-12
|
34379 |
roep- en lokwoord voor een big |
kuus, kuus, kuus:
kys, kys, kys (L316p Kaulille)
|
Roep- en lokwoord voor een big. Iets roepen kan ook vervangen worden door een smakkend geluid te maken of door te klakken met de tong. [N 19, 11b; VC 14, 2d r; monogr.]
I-12
|
34529 |
roep- en lokwoord voor het kuiken |
tjiep, tjiep:
tjip, tjip (L316p Kaulille)
|
[N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.]
I-12
|
34377 |
roep- en lokwoord voor het varken |
kuus, kuus, kuus:
kys, kys, kys (L316p Kaulille)
|
In plaats van kuus roepen klakt men ook wel met de tong. [N 19, 11a; VC 14, 2c (r]
I-12
|
34442 |
roep- en lokwoorden voor het lam |
met, met:
męt, męt (L316p Kaulille)
|
[N 19, 74b; VC 14, 2k (R]
I-12
|
34441 |
roep- en lokwoorden voor het schaap |
met, met:
męt, męt (L316p Kaulille)
|
[N 19, 74a; VC 14, 2j (R]
I-12
|
21652 |
roeper |
oproeper:
ps. omgespeld volgens Frings.
oͅprōpər (L316p Kaulille)
|
afslager: Hoe heet bij de openbare verkoping van goederen degene die de verkoping leidt [afslager, uitroeper, roeper?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|