33993 |
singel voor de paardedeken |
singel:
seŋǝl (L316p Kaulille)
|
Riem rond de buik van het paard die dient om de paardedeken op zijn plaats te houden. [N 13, 92]
I-10
|
22799 |
sint-maarten |
sint-maarten:
sint marte (L316p Kaulille),
sint merten (L316p Kaulille),
sinte-maarten:
sinte marten (L316p Kaulille)
|
Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)]
III-3-2
|
23286 |
sint-pieter te rome |
sinte-pieter:
sinte-pieter (L316p Kaulille)
|
Sint-Pieter. [ZND 40 (1942)]
III-3-3
|
19420 |
sintel |
assen:
asschen (L316p Kaulille),
koek:
kok (L316p Kaulille),
sintel:
zintelen (L316p Kaulille, ...
L316p Kaulille,
L316p Kaulille),
zintels (L316p Kaulille)
|
Hoe heet het overblijfsel van verbrande kolen dat nog eens kan branden ? [ZND 42 (1943)] || Hoe heten de aaneengeklonterde stukken as die in de kachel overblijven ? [ZND 42 (1943)]
III-2-1
|
22703 |
sinterklaas |
sinterklaas:
sint`rklaoës (L316p Kaulille)
|
Sint-Nicolaas.
III-3-2
|
21444 |
sjacheraar |
sjacheraar:
ps. omgespeld volgens Frings.
šaxərēͅr (L316p Kaulille)
|
sjacheraar: Iemand die zich aan minderwaardige handel bezondigt [sjatser, sjacheléér? enz.] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21581 |
sjacheren |
sjacheren:
ps. omgespeld volgens Frings.
šaxərə (L316p Kaulille)
|
Sjacheren, op verachtelijke wijze handel drijven [sjacheren, sjachelen, sjatsen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
33587 |
sjalot |
sjarlot:
šərloͅtə (L316p Kaulille)
|
sjalotten (pl) [Goossens 1b (1960)]
I-7
|
21143 |
sjees |
sjees:
šis (L316p Kaulille)
|
Licht en hoog tweewielig rijtuigje voor twee personen met een verstelbare kap. Er is geen aparte bok voor de koetsier. De sjees was voor rijke boeren vaak het voertuig waarmee ze onder meer naar de kerk of naar de stad gingen. De sjees is het bekendste tweewielige rijtuig, vandaar dat de benaming "sjees" ook wel vermeld werd als naam voor het tweewielig rijtuig in het algemeen. [N 17, 5; N 101, 1, 3, 4, 8, 15; N G, 51; L 1a-m; L 36, 70; S 18, 30; monogr]
I-13
|
18686 |
sjerp |
lintas:
lēntas (L316p Kaulille)
|
sjerp, brede sierband met strik, gedragen om het middel of over een schouder [N 23 (1964)]
III-1-3
|