e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spenen spenen: spēnǝn (Kaulille) Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59] I-9
sperma zaad: zaoëd (Kaulille) Sperma: het mannelijke zaad (zaad, natuur, sperma, wieks) [N 106 (2001)] III-1-1
sperwer sperwer: spɛrəvər (Kaulille) sperwer / havik (35 / 55 vrij ronde vleugels en lage staart; gestreepte onderkant, gele ogen; komen onverwachts laag aanvliegen en grijpen dan de verraste prooi; de kleine soort vaak op trek; s winters ook in stad en dorp; de grote broedt zeldzaam in g [N 09 (1961)] III-4-1
spie spie/spij: spi(i̯) (Kaulille) De zeisring, die steel en blad verbindt, wordt vastgeslagen door middel van een spie, of door twee of meer spietjes. Doorgaans zijn ze van hout, omdat deze het beste vast blijven zitten; soms vindt men ook een ijzeren spie, vaak in combinatie met een houten. Zie ook de toelichting bij het lemma ''zeisring'', en afbeelding 4, nummer A4 en B4. [N 18, 67e; JG 1a, 1b, 2c; add. uit A 14, 2] I-3
spiertje trekken spiertje trekken: spirk`trèkke (Kaulille), Wie het kortste eind trekt is verloren.  spirk`trèkke (Kaulille) loten met gras of lucifers (bijv. wie de langste trekt) [spiertje trekken, getuigen, tuigen] [N 112 (2006)] || Strootje trekken. III-3-2
spijkerbroek jeansboks: Vroeger: texasbóks.  jzie:nsbóks (Kaulille) Spijkerbroek [spijkerbroek, -boks, jeansbroek, jeans] [N 114 (2002)] III-1-3
spijkerjas jeansjas: Spelling: <`> = sjwa.  jzie:nsjas (Kaulille), jeansjasje: Spelling: <`> = sjwa.  jzie:nsjeske (Kaulille) Spijkerjasje [spijkerjas, jeansjas, jek] [N 114 (2002)] III-1-3
spijkerpak jeanskostuum: Spelling: <`> = sjwa.  jzie:nsk`stuûm (Kaulille) Spijkerpak [spijkerpak, jeanspak, spijkerkostuum, jeanskostuum] [N 114 (2002)] III-1-3
spil van de berries ijzeren staaf: izere stāf (Kaulille) IJzeren spil waarmee de berries van de slagkar bevestigd zitten aan de draagbomen onder de bak. [N 17, 18; N G, 56c] I-13
spin spin: spɛn (Kaulille) spin [RND] III-4-2